diepe indruk op de provinciale jongeling. In één van de eerste brieven geeft hij een beschrijving van Alfort: "het staat m ij hier zeer goed aan indien gij bij mij was zou ik UEd nog in Parijs al kunnen wijsen. Alfort is een uur van Parijs, dus kunt gij denken dat wij er al dik wijls naar toe gaan want de lesschen van de school beginnen niet voor de 15 mey. Het school is zeer goed ingericht en groot in zijn omtrek er is een groot bosch en een zeer groote hof daar alle soorten van groenten in benen die daaglijks voor ons open is. Alfort is van Charenton en St.Mauris gescheiden alleen door een steenen brug en met hun drien zijn zij niet groter dan Nieuwerkerk de geen die in Charenton en Alfort woonen zijn herbergiers, steenwerkers en voermans, ja vader als gij zag hoe veel karren en paarden, dat daar passeerden dan zou gij zeggen hoe is het mooglijk en allen maal gelaaden met koopmanschappen en heb al veel kennis buiten de school. In een aantal brieven vertelt hij wat over de school, de maaltijden en het school uniform. Hij vergat niet de kosten die hij moest maken te vermelden. Mij wooning is, verandert ik woon nu in school want buiten de school is het duurder en men leert zo goed niet, na het feest (eindexamenfeest) moogen wij maar tweemaal in den week uitgaan. Donderdags avonds en des Zondags de heele dag, ik eet maar twee maal daags, smiddags om twaalf en savonds om zes uur, smiddags soup met een stuk rundvleesch, savonds eten ivij gebraden vleesch, ook hebben wij om de vier dagen 6pond brood, dat is alles goed, ik kan met de kost wel gewent worden, wijn hebben wij s 'middags en s 'avonds een halve flesch, wij zijn altijd tweehondert en twintig éleves aan tafel, Ik. heb mij de paaschen goed gediverteerd en heb een glas wijn op Ugezondheid gedronken. De maaltijden waren dus niet karig en er werd goed bij gedronken. De leerlingen liepen rond in een uniform, zeker bij officiële gelegenheden zoals examens en vooral als zij zich buiten de school begaven. Dingeman vermeldt enige malen de voordelen van het uniform, aangezien men hen dan aanzag voor militairen. Dat betekende soms gratis toegang tot bepaalde gebouwen en evene menten. Bovendien oefende het, niet te verwaarlozen, een grote aantrekkings kracht uit op de Parijse meisjes. "Onze kleeding is ook verandert, wij hebben een blauwe rok met knopen, daar een Arend opstaat en rond dezelve Ecole ImperialeVeterinaire. Dat wil zeggen k.ey- zerlijke veeartsenijschool, een rood vest, ook met zulke knopen, een blanke broek en een driekante hoet met een gouden lis en een fransche cocarde, die cocarden zijn een van zilver, een rood, en een blauw, en in het midden van de hoet ook een knoop van de school, die hoet kost mij alleen 20 GL: Hollands. Het uniform was niet goedkoop en gaf heel wat financiële zorgen, in enkele brie ven wordt om bijstand verzocht en ook klopte men aan bij de Hollandse ambas sadeur om lastenverlichting. Wij hebben over agt dagen naar Parijs geweest bij den Ambassadeur om te ver zoeken om eene uniforme want mijn andere Cameraden kunnen het hunne niet verschaffen en hij zeide ons dat hij er na 't Gouvernement over zou schrijven en dat hij maken zou dat wij 't van 't Gouvernement zou krijgen, krijgen wij het zoveel te beter voor mijn. En in een latere brief: "wij hebben nog geen antwoord van weegens onze uniformen gekreegen maar de geene die ik voor mij beb laten maken beeft mij 96 GL: gekost, de laarsen kosten 18 GL: de schoenen 3 GL: 10 stuivers maar laarsen heb ik nog niet gekocht dewijl 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2004 | | pagina 25