Eind 1812 neemt Cornelis Manus de familienaam Van der Jagt aan. Deze naam is
afkomstig van zijn grootmoeder Janna Theuns van der Jagt, geboren in
Ouwerkerk. De naamswijziging wordt officieel vastgelegd in het Register van
Naamsverandering van de gemeente Burgh op 23 december 1811. Voortaan zul
len de namen Manus van der Jagt en Van der Jagt naast elkaar gebruikt worden.
Het gezin Manus van der Jagt verhuist kort hierna naar Zierikzee. In het
Bevolkingsregister van 1812 zijn vader, moeder en twee kinderen ingeschreven.
Ze wonen dan aan de Varremarkt 2 (B 445). Er staan nu zelfs twee beroepen
genoteerd: 'cabaretier' (herbergier) en 'marchand'. Op 18 december 1812 worden
Cornelis en zijn vrouw Lena ingeschreven in het Register der Ledematen van de
Hervormde Kerk.
Over het beroep van herbergier geeft het testament van Cornelis, dat hij enkele
weken voor zijn dood op 19 september 1817 laat opmaken, meer duidelijkheid.
Op 2 september komen notaris Dignis Boom en enkele getuigen naar zijn huis
om zijn laatste wil vast te leggen. Hij is dan 'ziek van ligchaam', maar zijn ver
standelijke vermogens zijn nog goed. Hij - Cornelis van der Jagt, logementhouder
- verklaart dat na de dood van zijn vrouw zijn kinderen Jan Albertus, Cornelis en
Adriana de keuze zullen hebben om het Logement 'Het Wapen van Schouwen',
de stalhouderij met paarden en rijtuigen en de tapperij in eigendom te aanvaar
den en over te nemen. Huis en stallen staan op de hoek van de Schouwse
Botermarkt.
Jan Albertus en zijn in 1811 geboren broertje Cornelis zullen hier aan de voet van
de Dikke Toren hun jeugd doorbrengen.
De Balie in Zierikzee mei rechts het Logement 'Het Wapen van Schouwen(Coll. Gemeentearchief
Schouwen-Duiveland, Zierikzee.)
In één van de boekjes die Jan Albertus Manus van der Jagt later zal uitgeven
('Leer- leesboekje over de eerste beginselen der aardrijkskunde en de provincie
Zeeland') beschrijft hij Zierikzee - naast uitgebreide aandacht voor de historische
wetenswaardigheden - als volgt:
36