landbouwer 'onder Westerschouwen' te gaan vestigen. In de dorpsgemeenschap
zal hij nog verschillende belangrijke betrekkingen bekleden, onder andere raads
lid en wethouder. In de opengevallen plaats wordt Manus van der Jagt nu waar
nemend schoolmeester.
Op 13 juni brengt de Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland, die een
rondreis over Schouwen-Duiveland maakt, een bezoek aan de school. Een ver
slag van dit bezoek is opgenomen in de notulen van de raad (13 juni 1835):
'Zijne Exellentie in de Gemeente aangekomen zijnde, heeft zich in het algemeen
over de belangens der gemeente doen onderrichten, vervolgens de Registers van
den Burgenlijken Stand, het Gemeente-archief en de registers van den
Plaatselijken Ontvanger doen voorleggen en onderzocht en behoudens eenige
geringe terechtwijzigingen daarover ZEs. tevredenheid betuigd; vervolgens heeft
ZEd. het kerkgebouw bezocht en zich naar het schoolgebouw begeven, alwaar
door den waarnemenden schoolonderwijzer J.A.M. van der Jagt een examen over
de leerlingen werd gehouden, dat blijken gaf van des onderwijzers bekwaamheid
en vatbaarheid der kinderen; hierop werd de brandspuit door ZE. in oogen-
schouw genomen, en verliet ZE. de Gemeente, aan den Gemeenteraad deszelfs
genoegen betuigende over de goede orde, waarin ZE. alles had bevonden.'
Hoewel de bekwaamheid van de waarnemend meester was gebleken, wordt
toch de geldende sollicitatieprocedure gevolgd om de vacature te vervullen.
Op 24 juni 1835 komt de raad bijeen om een drietal sollicitanten te horen, waar
onder Jan Albertus Manus van der Jagt. Zoals gebruikelijk neemt de schoolopzie
ner een vergelijkend examen af. Na afloop oordeelt de examencommissie:
'Hoezeer allen blijken van bekwaamheid gaven, de sollicitant J.A.M. van der Jagt
de beide anderen in alle vakken van het onderwijs verre overtrof, zoo is met een
parigheid van stemmen besloten, denzelven bij missive van heden bij ZE. den
heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie bijzonder aan te bevelen en autorisa
tie te verzoeken om dezen tot Schoolonderwijzer in deze Gemeente te benoe
men en aan te stellen.'
Op 31 juli 1835 komen alle leden van de raad weer bijeen. Op uitnodiging zijn
ook aanwezig 'de Leden van den Eerwaarden Kerkenraad der Hervormde
Gemeente alhier'. De burgemeester kan meedelen dat door de Gouverneur
J.A.M. van der Jagt tot schoolonderwijzer benoemd is. Na nog enige discussie
worden de volgende besluiten genomen:
1. J.A.M. van der Jagt aan te stellen tot openbaar schoolonderwijzer in de
gemeente Burgh om aldaar onderwijs te geven in het lezen, schrijven, reke
nen, de beginselen van de Nederduitse taal en het zingen;
2. Met toestemming van de kerkenraad hem mede aan te stellen tot koster, voor
lezer en voorzanger in de kerk;
3. Het jaarlijks traktement te bepalen als volgt:
van wege het Rijk
50
van wege de gemeente
100
als klokluider van de gemeente
15
als boven van de kerk
21
voor het onderwijs aan arme
kinderen van het Armbestuur
29
Alles te samen een bedrag van f 215. Ter toelichting wordt nog meegedeeld dat
de heer Van der Jagt recht heeft op het innen van schoolgeld.
39