Meester Manus van der Jagt begint nu officieel als hoofd van de school, waar ook
zijn vader werkzaam was.
Schoolgebouw en woning
De school aan de Kerkstraat in Burgh, bestaande uit slechts één lokaal, wordt in
de zomermaanden door ongeveer zestig kinderen bezocht, terwijl in december
en januari dit aantal kan oplopen tot over de honderd. Verdeeld over drie groe
pen krijgen de leerlingen, variërend in de leeftijd van zes tot twaalf jaar, in deze
ene ruimte les van de meester.
Dat het lokaal niet voldoet aan de eisen, blijkt uit een brief die de gemeenteraad
in augustus 1842 ontvangt van Gedeputeerde Staten. De raad dringt aan op ver
betering en vergroting van het gebouw. De nieuw aangetreden schoolopziener,
mr. M.J. Schuurbeque Boeye, heeft aan GS rapport uitgebracht. Hierin constateert
hij dat het lokaal veel te klein is en in een slechte toestand verkeert.
Een jaar later, op 10 augustus 1843 wordt de eerste steen gelegd door de oudste
zoon van de meester, de zesjarige Frans Johannes. Als een blijvende herinnering
wordt een steen in de gevel aangebracht.
Burgh krijgt zodoende de beschikking over een schoollokaal van 6 x 13 m, dat
aan de eisen van de tijd voldoet.
Gevel van de school tussen 1843 en 1916. Na een kleine uitbreiding in 1888 volgde een grondige
verbouwing in 1916. De ingang werd toen veiplaatst naar de oostzijde. (Coll. Gemeentearchief
Schouwen-Duiveland, Zierikzee)
Het jonge meestersechtpaar betrekt met hun dochtertje Helena Johanna de naast
de school gelegen dienstwoning. In de volgende jaren breidt het gezin zich uit
met zeven kinderen: Frans Johannes (1836), Kornelia (1838), Johanna Willemina
(1840), Dirkje (1843), Maria Antoinette (1847), Jan Albertus (1849) en Adriaan
(1852).
Onderwijs
Vanaf 1833 tot en met 1838 maakt de Hoofdinspecteur voor het lager, middelbaar
en Latijns onderwijs, mr. H. Wijnbeek, een rondreis door Nederland om zich op
de hoogte te stellen van de stand van zaken in het onderwijs. Jaarlijks bezoekt hij
40