De uitgave 'Levenswijsheid' met als ondertitel: 'De beste kennis en grootste schat voor iedereen, vervat in spreuken, spreekwoorden, enz., voor jonge lieden en verderen leeftijd' en het 'Handboekje voor de jeugd' (2de stukje): bevattende kin dergebeden, spreuken enz.' zijn bedoeld om de onderwijzer te helpen bij zijn 'dure plicht om de jeugd niet enkel wetenschappelijk, maar ook zedelijk te vor men'. Tevens is het volgens de schrijver zijn taak 'om het ontbrekende, ja niet zelden geheele verzuim der Christelijk huiselijke opvoeding enigszins te vergoe den en godsdienstzin aan te kweeken, zo veel hij dit althans vermag. Dit geldt dan ook onder anderen het bidden' (Voorberigt tweede stukje). Deze taakopvatting past geheel binnen het algemeen christelijke karakter van de openbare school in die tijd. De Onderwijswetten van 1806 en 1857 bepalen dat de school moet opvoeden tot alle maatschappelijke en christelijke deugden. Leerstellig onderwijs is uit den boze, die verantwoordelijkheid berust bij de kerk genootschappen. Wel is het toegestaan om de schooltijd te beginnen en af te slui ten met een gebed, waarbij ook een toepasselijke psalm gezongen mag worden. Welke middelen ziet de schrijver om 'het zedelijk gevoel bij de jeugd op te wek ken en haar op te leiden tot de betrachting van christelijke en maatschappelijke deugden? Hij noemt achtereenvolgens: het voorbeeld van de opvoeder ('zedelijk overwigt'), verhalen uit de bijbelse en vaderlandse geschiedenis, 'schoone verzen en het gezang' en het 'heerlijke boek der natuur'. Ook van grote waarde voor de volksopvoeding zijn de spreuken, spreekwoorden en gezegden. Meester Van der Jagt is erg optimistisch over de invloed van spreuken als hij stelt: 'Een enkele kernachtige spreuk werkte menigmaal krachtiger op hart en wandel dan lange redeneringen en vermaningen, en heeft menigeen tot nadenken gebracht.' (Voorberigt 'Levenswijsheid') De verzameling spreuken, spreekwoorden, gezegden, gedachten en verzen waar uit hij de bloemlezing 'Levenswijsheid' (164 blz.) samenstelt, heeft vader Van der Jagt voor zijn eigen kinderen aangelegd. Het is een keuze uit de rijmspreuken van vader Cats, de spreuken van Salomo, de psalmen van David en de gezegden en gelijkenissen van Jezus. Ook de vaderlandse spreekwoorden geven 'voorschriften van wijsheid en deugd'. De levenslessen die hieruit getrokken kunnen worden mogen in opvoeding en onderwijs niet ontbreken: 'geen jongeling of meisje moest de school en het ouderdak verlaten en de wereld intreden, zonder dat eenige daar van hun eigendom geworden zijn en hen als trouwe mentors vergezellen'. Deze uitgave is bedoeld als 'een zedekundig volks-, huis- en handboekje of gids op den levensweg' voor de jeugd en ook ouderen. Het is niet bestemd om in een keer door te lezen en dan te laten liggen, maar het moet geregeld ter hand geno men worden. De 27 paragrafen hebben uiteenlopende onderwerpen, zoals 'De mensch en zijne bestemming; geluk, deugd, zonde, levenswijsheid', 'Gods barmhartigheid; berouw, vergeving', 'Vaderland, overheden', 'Eendragt, vrede. Vriendschap', 'Waarheid, leugen, praatzucht, laster'. In dit verband is paragraaf 11: 'Ouders, kinderen, opvoeding, onderwijs' interes sant. De keuze van de uitspraken, gedachten, spreekwoorden e.d. geeft enig inzicht in de opvattingen van de schoolmeester Van der Jagt over deze onderwer pen. Naast bijbelse spreuken, zoals 'Bestraf uw kind en het zal u rust en vermaak geven' (228) zijn er de algemene spreuken en gedachten. Een voorbeeld hiervan is: 'De meeste kinderen worden vroegtijdig bedorven door dat ze te veel hun zin krijgen en te weinig doen' (224). 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2004 | | pagina 50