was Hendrik Johan in zijn laatste jaren als kleermaker in Dreischor een kleine nering, in wat toen nog 'ellengoed' genoemd werd, begonnen. Zij maakten eind 1815 een stappenplan dat inhield: 1) samen naar de kantonrechter om handlichting te verkrijgen, want als 19-jarige jongen mocht Johannes geen pand kopen en zich niet als zelf standig koopman vestigen, 2) samen naar de notaris om het smalle pand D 361 op de Appelmarkt over te nemen van een handelaar in garen en band, en 3) de trouwerij te regelen van Johannes met zijn meisje, de 18-jarige Pieternella Nijland, die tegenover hen op de Lammermarkt woonde en die hij al enkele jaren kende. Dit alles werd geregeld tussen begin december 1815 en de eerste week van januari 1816. In mei 1816 werd de winkel geopend. De voorruimte van het smalle pand diende beneden als winkel en de klanten stapten letter lijk met de deur in huis. Schets gevel Appelmarkt D 361. Ten tijde van de aankoop dor Johannes Ochtman, december 1815. Johannes en Pieternella zijn bescheiden begonnen; Johannes zorgde voor de in- en verkoop en ging de boerderijen langs om stoffen te tonen en bestellingen op te nemen. Pieternella deed haar huishouden en hielp in de winkel. Toen Pieternella eind 1816 zwanger werd, kwam er een dienstbode in huis wonen. Er zijn uit de eerste jaren van de zaak geen financiële jaaroverzichten of winst- en verliesrekeningen en geen bruikbare belastinggegevens. Een teken dat het goed ging met de winkel, was Johannes' aankoop van het identieke huurpand D 360 dat in 1821 leeg kwam, nadat de oude Frederik Petrie zijn kleermakerij sloot. Binnen vijf jaar na de opening van zijn zaak kw am Johannes magazijnruimte tekort voor zijn groeiende assortiment artikelen en had hij ook meer woonruimte nodig voor het uitbreidende gezin en de toename van inwonend personeel. Hij bestemde pand D 361 als geheel voor de manufacturenzaak en D 360 voor de huisvesting. Na 1821 zette de groei van het bedrijf door. Johannes heeft in D 361 in het achterhuis op de eerste verdieping een atelier ingericht, waar een modiste en naaister hun werkruimte kregen voor het maken, herstellen en vermaken van werkkleding, burgerkleding en klederdracht en voor het op maat gereedmaken van tafellinnen en beddengoed. Van vader Hendrik Ochtman had Johannes geleerd, dat je alleen klanten kunt binden door artikelen van goede kwaliteit te leveren, door afspraken na te komen, door geregeld zelf in de winkel te zijn en te zorgen voor een prettige omgang tussen klanten en personeel. En het werkte. Tussen 1817 en 1828 beviel Pieternella van negen kinderen, waarvan er vier in leven bleven. Haar laatste kind werd levenloos geboren en 19 dagen erna overleed Pieternella in het kraambed. Zonder meer een ramp. Johannes had ineens de zorg over vier kleine kinderen, zijn zaak en zijn inwonend personeel. Na familieberaad werd besloten dat Johannes zo snel mogelijk moest hertrouwen, liefst met een 54

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2004 | | pagina 56