«o Appelmarkt D 360/361 na de verbouwing van 1855-1856. Johannes zag kennelijk wel wat in toekomstige samenwerking met Pieter Marinus. Johannes wilde zijn winkel vergroten, zijn pui moderniseren en zijn assortiment uitbreiden met bedden en beddengoed. Voor de beddenafdeling zou hij Pieter Marinus willen inschakelen. Johannes liet een plan maken door een timmerman aannemer. Om de winkelruimte te kunnen verdubbelen en etalages te maken moest de dragende tussenmuur van de benedenverdiepingen worden uitgebroken, evenals de twee onderpuien. Metalen pilaren zouden de dragende functie moeten overnemen. Daarna konden de twee etalages gemaakt worden en een centrale toegangsdeur geïnstalleerd. Ook voor bewoning en magazijnruimte moest een en ander bouwkundig worden aangepast; één van de twee trappenhuizen kon vervallen. Johannes moest ervan uitgaan dat hij voor zeker een maand of acht vervangende winkelruimte nodig had. De verbouwingskosten werden geraamd op 2.000, voor die tijd een groot bedrag. Johannes ging accoord en verleende de opdracht. Om het voorraadprobleem op te lossen kocht Johannes in 1854 alvast een pakhuis aan het Gat van West-Noordwesten, C 497/498 (nu nrs. 24 en 26). Voor zijn tijdelij ke winkel huurde hij het pand Appelmarkt B 10, vlak tegenover zijn zaak gelegen, en richtte het in. Via een advertentie bracht hij alle klanten op het eiland op de hoogte van dit tijdelijke ongerief. Door de verbouwing werd een winkelruimte in D 360/361 gecreëerd van 8x11 56

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2004 | | pagina 58