ondernemen om een eigen zaak tot bloei te brengen, zoals zijn grootvader
Hendrik en zijn vader Johannes hadden getoond, miste Samuel. Hij kon tot en
met het jaar 1872 het inkomen op peil houden, tussen de 4.500 en 4.999,
geen topinkomen in de manufacturenhandel, maar een gemiddelde verdienste.
Bij zijn broer Pieter Marinus Ochtman, aan de overkant van de Appelmarkt, ging
het minder goed. De beddenzaak liep nog wel, maar hij had al veel langere tijd
problemen met de Hervormde Kerk, die voor hem een te moderne richting op
ging. Na de affaire met zijn vader, die hij zich persoonlijk erg had aangetrokken,
besloot hij alsnog de predikantsopleiding te gaan volgen aan de pas geopende
Theologische Hogeschool van de Christelijk Gereformeerde Kerk in Kampen. In
1870 verkocht hij zijn zaak aan Adriaan Munters. Pieter Marinus vertrok met zijn
gezin uit Zierikzee. Adriaan Munters vestigde zich als stoffeerder en beddenhande
laar op de Appelmarkt, een paar huizen verwijderd van Samuel Johannes' winkel.
In 1872 overleed Johannes Ochtman in Amsterdam, waarna zijn nalatenschap
moest worden geïnventariseerd en verdeeld over de nu negen erfgenamen, zijn
de de vier kinderen of hun nakomelingen uit Johannes' huwelijk met Pieternella
Nijland, de drie kinderen uit zijn huwelijk met Maria Huson en tenslotte zijn
derde echtgenote, Sara Herrebout en het dochtertje uit dat laatste huwelijk,
Johanna Cornelia Ochtman; alles volgens het laatste testament van Johannes, dat
hij in Amsterdam had gemaakt. Notaris Rompel heeft na zijn overlijden de akten
opgesteld, na overleg met de weduwe en vertegenwoordigers van de Zierikzeese
erfgenamen. In 1873 vond de definitieve scheiding en verdeling van de boedel
en nalatenschap in Amsterdam plaats. Alle betrokkenen verklaarden via hun ver
tegenwoordigers accoord te gaan en tevreden te zijn. Sara en het kind kregen
ieder 3-176; het merendeel ervan belegden ze in een hypothecaire lening tegen
5% rente, waarvan ze konden rondkomen. Samuel Johannes erfde ook 3-176,
zodat hij voor zijn privéleven wat meer financiële armslag kreeg.
De zaak onder leiding van Samuel Johannes Ochtman
Op 8 februari 1875 trouwde Samuel Johannes in Antwerpen met Eleonore Jeanne
Frangoise Henriëtte Cornet, wier moeder Johanna Adriana Cornet-van der Have
uit Zierikzee afkomstig was. Inmiddels woonde weduwe Klara Wilhelmina niet
meer bij Samuel in huis en was zijn zuster Robina Johanna getrouwd met Adriaan
Munters, de beddenhandelaar op de Appelmarkt.
Samuel Johannes en Eleonore stichtten samen een gezin en kregen tussen 1876 en
1884 vier dochters en een zoon, die allen in leven bleven. De zaak bleef voort
bestaan, maar het jaarinkomen zakte tussen 1875 en 1877 naar 2.000 a 2.499;
dit niveau wist Samuel Johannes te behouden tot en met het boekjaar 1896.
Voor zijn buiten de stad wonende klanten nam Samuel een "reiziger" in dienst.
Zijn echtgenote Eleonore Cornet, opgegroeid in een milieu van overheidsdiena
ren, kende vóór haar trouwen winkels alleen als klant; nu moest ze meehelpen
in de manufacturenzaak en zich aanpassen aan het dagelijks leven in een kleine
stad als Zierikzee. Aanvankelijk viel ze op door haar modieuze en 'chique kleding',
die ze in Antwerpen gewend was. Ze wilde geen juffrouw genoemd worden,
maar mevrouw, net zoals haar moeder in Antwerpen werd aangesproken. Daarin
heeft ze haar zin niet gekregen. Eleonore was katholiek opgevoed, maar zei dat
ze na haar huwelijk met de hervormde Samuel Johannes dat geloof niet meer
praktiseerde; haar moeder Cornet-van der Have was destijds in Zierikzee her
vormd gedoopt. Ook Samuel en Eleonore hebben hun vijf kinderen hervormd
60