Goudse bloempottegels in een kelder van een pand
te zierikzee
door dr. J.H van den Berge
Kelders en keldertjes in Zeeland
Huizen in binnensteden van Zeeland, voor zover ze niet stonden tegen een
(haven-)dijktalud, hadden meestal geen grote onderkelderde ruimte van de voor
- naar de achtergevel.' Het huis in het laatste kwart van de zestiende en in de
gehele zeventiende eeuw had onder de vloer van de begane grond meestal wel
een in de ondergrond uitgegraven kelder. Bij archeologisch funderingsonderzoek
kunnen zo vaak in de grond uitgegraven kleine kelders worden aangetroffen met
een oppervlak van vier tot zes vierkante meter. Deze keldertjes zijn overigens
nimmer half verdiept, maar altijd geheel verzonken onder de vloer van de bega
ne grond aangelegd.
Men treft ze vooral aan in het midden van het pand op de overgang van het
voor- naar het achterhuis. Omdat in opeenvolgende bouwfasen nieuwe keldertjes
werden toegevoegd, kunnen soms verschillende van deze keldertjes verspreid
over min of meer het gehele grondoppervlak van het pand worden aangetroffen.
Ze dienden tot opslag van levensmiddelen of wijn, maar ook wel voor brandstof.
Bij de in het westen van ons land veel toegepaste bouwwijze van het zaalhuis,
treffen wij de oudste keldertjes niet aan in het hoge voorhuis, maar ter plaatse
van de daarachter gelegen 'binnenhaard', het gedeelte van het huis minder hoog
dan het voorhuis door de daar ingevoegde, als slaapruimte gebruikte, 'tusseneta-
ge'. De ruimte in het voorhuis werd bijna altijd gebruikt als winkelruimte of
werkplaats. De ruimte in het achterhuis, 'de binnenhaard' was een gemengde
woon-, keuken- en slaapruimte. De ingangen van de keldertjes waren meestal in
het middendeel of achterhuis gelegen. Aan de bovenkant worden de keldertjes,
indien voorzien van een stenen afsluiting, begrensd door een tongewelf. Alleen
grote kelders waren bedoeld voor het opslaan van handelsgoederen. Deze kel
ders bezaten gordelbogen, dan wel een in het midden geplaatste steunkolom.
Het stenen massief van de kelder diende vaak als basis voor een daarbovenop te
zetten, meestal in het middendeel van het huis gelegen, omkokerde eikenhouten
spiltrap. Ook het hierna nog te bespreken keldertje van het huis Oude Haven 3
te Zierikzee bevindt zich nog in de nabijheid van de eind negentiende eeuw
gerenoveerde trap.
Dergelijke keldertjes waren altijd laag gelegen en daardoor onvermijdelijk nat.
Alleen al daarom vormen deze keldertjes een rijke bron van betegelingen met als
doel het weren van vocht werden tegels van vloer tot plafond over alle muurop
pervlakten aangebracht. Al in de achttiende, anders zeker in de negentiende
eeuw, worden deze keldertjes als onpraktisch beschouwd en vanwege hun te
grote vochtigheid vol gestort met puin, veelal afkomstig uit verbouwing van het
erboven gelegen huis. De later bij een opgraving weer aan het daglicht bloot te
stellen inhoud van deze dicht gestorte keldertjes vormt vaak een rijke bron van
informatie met welk soort tegels het erboven gelegen huis indertijd betegeld is
geweest.
Een pand in Zierikzee
Van het huis Oude Haven 3 te Zierikzee werd de voorgevel opnieuw in 1910
67