11. Zie hiervoor afbeelding 79b uit Van den Berge 2002. Blauw, hl27, bl26, dl0.5, sp.g.18/21/17/0, S geel tot licht baksteenrood. Deze bloempottegel werd gevonden bij afbraak van een pand in de dorpskom van Stolwijk begin jaren zestig van de 20ste eeuw. 12. De in Gouda gemaakte bloempottegel van dit type heeft een h en b van 130, minder lange blaadjes op de onderste takken, een praktisch geheel beschaduwd grondje en een ronde i.p.v. een smalle geheel donkere vaashals. 13. Verwezen wordt naar de recente tentoonstelling 'In Gorcum gebakken' van 20-12-2003 tot 15-2- 2004 gehouden in het museum te Gorinchem, waar diverse tegels werden tentoongesteld en in de tentoonstellingsgids afgebeeld die duidelijk de onderlinge overeenkomsten, maar ook duidelijk onderlinge verschillen toonden tussen sommige op elkaar gelijkende Goudse en Gorcumse tegels. 14. Voor zover bekend bevindt het merendeel van de voorheen op Schouwen-Duiveland aanwezige in Gouda gemaakte tegels zich nu in de depotcollectie van het museum in het oude stadhuis van Zierikzee. 15. De afbraak in 1939 van dit bijzondere pand vormde de aanleiding tot de oprichting van de Vereniging 'Stad en Lande van Schouwen-Duiveland'. 16. In tegenstelling tot cuerda seca tegels, waar de scheiding tussen de verschillende te glazuren delen van de tegel wordt verkregen door het aanbrengen van een droog-koord, worden de aarden brug getjes tussen de verschillende wat verdiept liggende te glazuren oppervlakken bij de cuenca tegel verkregen door met een matrijs het patroon in het tegeloppervlak te persen. In Spanje kwam de cuerda seca techniek op tegels al voor in de tweede helft van de vijftiende eeuw, het cuenca procédé komt pas in en rondom Sevilla voor het eerst voor sinds het begin van de zestiende eeuw (Lunsingh Scheurleer 1970). 17. In de tweede helft van de achttiende eeuw beëindigen, moegebeukt door de buitenlandse concur rentie, vele tegelbedrijven in Holland en Friesland hun negotie: het bedrijf in Gorinchem om streeks 1800, het bedrijf in Gouda waarschijnlijk net voor 1750. In Rotterdam valt in 1773 het aan tal tegelbakkerijen van drie naar twee terug met het sluiten van het bedrijf van Schut aan de Delftse Vaart. 18. Ook de stadsfabriek van Veere Adriaan Bommenee meldt in zijn 'testament' voor Zeeland aanvoer vanaf ca. 1700 van tegels gemaakt in 'Delfhaaven, Gornighem en Rotterdam' (blz 68) en nadat 'men in Zeeland geen steene meer heeft gemaakt' van naast Hollandse dryling (tussen Dordreght en Rotterdam), Leysen dryling (in Reijnlandt gebakken, dwz. Leiden), moppensteenen van op de Lecq, van vooral 'uyt den IJssel komt en die werdt genaamt Hollandse of kleene steen' (blz 63-64). Uit: Het 'testament' van Adriaan Bommenee. Praktijkervaringen van een Veerse bouw- en water bouwkundige uit de 18e eeuw. Uitgave van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Middelburg 1988. ISBN 90.70534.12.6. 19. Tegels uit de laatste helft van de achttiende eeuw in Schouwen-Duiveland zijn dan ook praktisch alleen afkomstig uit Rotterdamse tegelbakkerijen. Slechts enkele tegels uit Gorinchem en mogelijk Delft vormen hierop een uitzondering. 76

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2004 | | pagina 78