krant: De opgravingen in het gehucht Nieuwerkerk (Schutje) op Schouwen wor
den voortgezet en de wetenschappelijke resultaten zijn tot nu toe niet onbevredi
gend. Voor de wetenschap bejammeren we het, dat veel schedels de druk
der zware klei niet hebben weerstaan en stuk zijn gegaan. We hebben ons
verwonderd over de geringe lichaamslengte van het voorgeslacht. Van de thans
opgegraven skeletten is de lengte niet groter dan gemiddeld 1.65 meter al werd
er ook een skelet gevonden van 1.91 meter. Een reus moet dit geweest zijn onder
de mensen van die tijd.10
De opgravingen leidden zelfs tot poëzie. Onder de initialen RL.B. uit
Brouwershaven publiceerde de heer P.L. Bastiaanse, postbode en gelegenheids
dichter, onregelmatig gelegenheidsverzen in de Nieuwsbode. De opgravingen bij
Schutje inspireerden hem tot een bijna negentiende-eeuws ogend en klinkend
gedicht over leven en dood, met zwaar aangezette interpunctie:
Opgraving te Nieuwerkerke
Als men dan put en sleuf weer moest egaliseren,
Daar 't ingewand der aard geen perspectief meer gaf,
Dan is de wetenschap weer ietwat doorgedrongen
In t' grauw mysterie van het leven, door een graf
En immer graaft en wroet het rusteloze schepsel,
Daalt in de diepten af - met spade - doch de geest
Ontworstelt zich aan deze hopeloze poging
Te zoeken 't leven, daar, waar 't kerkhof is geweest
Een fundament, een muur, ons als fragment gelaten,
Een kelder met skelet, een munt, een scherf, een kraal
Wenst gij, o broze mens als schakel in een keten,
Ten ondergang gedoemd, nog duidelijker taal
En starend' in een graf, dat door 't weetgierig schepsel
Van eeuwen verder - zij 't met eerbied - bloot gelegd;
John Huizinga (rechts) in gesprek met een anonieme opzichter
van de DUW-arbeiders, werklozen die toen voor hun uitkering
moesten werken aan nuttige projecten voor de samenleving,
(archief P.J. Vinken)
93