BETEKENIS DER OPGRAVINGEN
TE NIEUWERKERK
Spreekbeurten op Schouwen-Duiveland
Van meet af aan volgde de regionale 'Vereeniging Stad en Lande van Schouwen-
Duiveland' uiteraard de opgravingen met belangstelling. Zo staat in de notulen
van de bestuursvergadering van 12 april 1951 te lezen dat de voorzitter 'al enige
malen een kijkje is wezen nemen, welk werk helaas gestagneerd wordt door de
vele regens, doch wat tot hiertoe aan de verwachtingen beantwoord.' De secreta
ris wordt gevraagd om Huizinga te benaderen of hij op een volgende bestuurs
vergadering 'een populair praatje' wil houden over doel en nut van het werk."
Blijkbaar zegde Huizinga toe, want in het jaarverslag over 1951, vastgesteld in de
vergadering van 31 maart 1952, valt het volgende te lezen: 'Wie had kunnen ver
moeden dat zulk een groot aantal bezoekers aanwezig zou zijn, toen dit voorjaar
Dr. J. Huizinga zou spreken over de betekenis van de opgraving te Schutje, die
toch in hoofdzaak voor de anthropologische wetenschap doelmatig zou zijn,
omdat die hier in het daglicht bracht de resten onzer voorouders. En toch was
daar intense belangstelling, wat uit de vragen bleek."4
Dr. J. Huizinga sprak voor „Stad en Lande".
In een vergadering van de vereniging „Stad en Lande van Schouwen.
Dulveland", welke onder voorzitterschap van dr. J. J. Westendorp Boerma
in de Concertzaal te Zierikzee werd gehouden, sprak ds. J. Huizinga, an-
thropolöog te'Utrecht, over de betekenis van de opgravingen te Nieuwer-
kerk voor de anthropologic.
Hij ging uitvoerig de ontwikkeling
van de mens na en wees de ingebur
gerde opvatting, dat men hier in de
bevolking een vermenging met Span
jaarden liad, beslist van de hand.
Sprekend over opgravingen en vond
sten in ons gewest, drukte dr. Hui
zinga in percenten uit, welk getal
van bepaalde groepen in elk dier on
derzoekingen naar voren kwam, daar
bij wijzende op het feit, dat de gemid
delde vorm, welke geconstateerd
wordt, de doorslag geeft.
Men kon vaststellen, dat er een
overeenkomst valt op te merken tus
sen het gevondene te Saaftinge. Rei-
merswaal, Nieuwlande en misschien
THOLEN
ZOMERDIENSTREGELING
AUTOBUSSEN T. A. D.
In de nieuwe zomerdienstregeling,
welke 20 Mei a.s. ingaat, vertrekt
de eerste bus uit St. Annaland
tien minuten later dan met de win-
terdienst.
Bii de wintel-dienstregeling ver
trokken de eerste bussen uit St. An
naland en Stavenisse 6.10 uur en 6
uur, thans wordt dit dan resp. 6.30
uur' en 6.15 uur.
Inplaats van 7 ritten zijn er by
de nieuwe dienstregeling 8 ritten.
De laatste bus vertrekt dan uit St.
Annaland te 19.15 en uit Stavenisse
te 19.00 uur. Met deze laatste bus
is men dan te 20.00 uur te Bergen
op Zoom, vanwaar men te 20.25 uur
weer kan vertrekken., zndnf- men te
ook te Nieuwerkerk. In de laatst ge
noemde plaats werd acht m3 mate
riaal geborgen, alsmede wat scher
ven en sieraden, die dienstig kunnen
zijn om te komen tot een juiste da
tering en de bepaling van het ge
slacht.
DRIE PERIODEN
Het ligt voor de hand, aldus dr.
Huizinga, dat men komt tot drie pe
rioden. Men heeft de resten, gevon
den in tufstenen kisten, waarvan die,
welke gevonden werden onder het
conterfort van de laatste kerk aldaar
een vroege' periode kunnen beteke
nen. Voorts de Oost-West begrave-
nen, die georiënteerd zyn op en tij
dens het bestaan van de kerk en ten
laatste de minder volgens de regels
der gewoonte georiënteerden, waar
van zelfs sommigen begraven zijn
over de fundamenten van <5e laattt
bestaande kerk heen en dus de jongst
begravenen moeten zijn geweest.
Dit materiaal moet echter nog
nauwkeurig worden onderzocht. Het
zal nog lang duren, alvorens hierover
een rapport kan worden gepubliceerd.
Deze lezing heeft de luisteraars
doen ervaren, dat anthropologie een
terrein is vol voetangels en klemmen.
Een gedeelte van de gevonden scher
ven en sieraden, alsmede een aantal
kaarten en tekeningen, waren ten
toongesteld. 'Dr. Huizinga beant
woordde na zyn lezing nog enige vra
gen. De zomervergadering van „Stad
en Lande" wordt op 26 Mei in Haam
stede gehouden.
95