Schouwen en Duiveland Symposion - 28 en 29 september 1955 Overzicht der gehouden voordrachten Ir. L. Eelkema. Lezing met lichtbeelden over: de herverkaveling van Schouwen en Duiveland. Dr. J. Huizinga. Het antropologisch belang van Zeeland. Dr. J.J. Westendorp Boerma. Het belang van het archeologisch onderzoek voor Schouwen en Duiveland J.M. de Nooijer. Archeologische vondsten in Schouwen en Duiveland. P. van Beveren. Plaatsen waar nog archeologische vondsten ver wacht mogen worden. J.G.N. Renaud. Bescherming van Monumenten. Dr. P. Glazema. Lezing met lichtbeelden over: Opgravingen in de St. Baafskerk te Aardenburg. Over de primaire bewoners van Zeeland bestonden twee theorieën. Zijn voor ganger De Man meende dat Zeeland primair bewoond werd door nordische langschedeligen. De Man noemt de binnentrekkende rondschedeligen de immi granten, die voornamelijk uit het oosten kwamen. De Belgische antropoloog Jaques meende daarentegen dat de oorspronkelijke bevolking, dus ook die van Walcheren, behoorde tot het alpiene ras, dat ondanks de invloed van de lang- schedelige groepen bewaard bleef. De metingen van Huizinga gaven geen uit sluitsel in deze kwestie: 'Beide meningen ten aanzien van de vroegste bewoners Dr.JHuizinga spreekt op het oudheid kundigsymposium, najaar. 1955 (Coll. Gemeentearchief Schouwen- Duiveland, Zierikzee) 97

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2004 | | pagina 99