ook wel Akopjan genaamd, en de Sanitater (hulparts) Abram Abrahamjan die van Overflakkee kwam. Uit die ontmoeting ontsproot het idee om tijdens het begin van de geallieerde aanval over te lopen naar de Britten. Volgens Charles waren hierover contacten met de geallieerden, maar die verstrekten geen richt lijnen aan zijn verzetsgroep. Omdat de Duitsers blijkens Charles' verslag uit mei 1945 van de Armeense plannen op de hoogte waren, werd het bataljon uit de Duitse frontlinie teruggetrokken en de vermoedelijke leiders van de muiterij wer den neergeschoten. In een latere schildering van de gebeurtenissen heeft Charles een heel wat pro zaïscher versie van het krijgsverloop gegeven. In 1966 schreef hij dat commu nicatiestoornissen er debet aan waren dat de Britten het vuur op de Armeniërs openden, teiwijl de SS er eveneens een aantal neerschoot. Slechts een paar hon derd Armeniërs zouden dit bloedbad hebben overleefd.32 Indien dit op waarheid berust zouden aiim 300 Armeniërs zijn gedood. Maar zowel Britse militaire rap porten als de verzetsgroepen Albrecht en Kees meldden hier niets over, terwijl er evenmin een massagraf van Armeense soldaten is. Bovendien was dit dan wel in mei 1945 publiek geworden. Waarom Charles dit afwijkende beeld schetste, is niet bekend. De waarheid is minder bloederig. Ongeveer 350 Armeense soldaten werden ont wapend en afgevoerd naar de regio Maarssen-Breukelen. Ze verrichtten er graaf werkzaamheden en werden begin mei gevangen genomen door de geallieerden. Een paar honderd andere Armeniërs zijn waarschijnlijk reeds op de Veluwe in geallieerde krijgsgevangenschap geraakt, terwijl de Amersfoortse groep half april werd afgevoerd naar de omgeving Aalsmeer. Charles meent overigens dat deze soldaten vanuit Amersfoort dankzij Nederlandse steun konden vluchten en dat zij nog half juni 1945 in het grote repatriëringsdoorvoerkamp Dominicanerk.erk in Maastricht verbleven.33 Vermoedelijk zijn er 120 via een kamp Stalag XII) in het Duitse Limburg an der Lahn naar de Sovjet-Unie teruggekeerd. Ben van Kralingen sluit niet uit, dat andere Armeniërs via IJmuiden naar de Sovjet-Unie zijn afgevoerd.34 Een groots onthaal wachtte de repatriandi daar niet. In overeenstemming met de in februari 1945 getekende akkoorden van Jalta werd de Amerikaanse, Britse en Russische staatsonderdanen geen vrije keuze bij de terugkeer gelaten. Gastvrij zijn de mannen niet ontvangen, maar dat gold voor veel sovjetonderdanen die in de oorlog door de Duitsers waren gevangen genomen. Aleksandr Jakovlev, voor zitter van de Presidentiële Rehabilitatie Commissie van Rusland, maakte in 2001 bekend dat 1,5 miljoen krijgsgevangenen en soldaten op last van Stalin waren afgevoerd naar kampen van de Goelag Archipel. Volgens bronnen die lagere cij fers melden, verdwenen 580.000 repatriandi naar werkkampen, terwijl er 290.000 werden overgedragen aan de geheime politie, het NKVD.33 Ook dit zijn indruk wekkende aantallen. Veel Armeniërs van het 812de brachten zes jaar door in Stalins kampen. Anderen werden tot 25 jaar dwangarbeid veroordeeld. Na de dood van Stalin (1953 volg de voor de meesten snelle vrijlating. Maar wel moesten zij zich nog jaren nadien blijven melden bij de nieuwe staatsveiligheidsdienst, de KGB. En zo bleef het jongste verleden deze mannen achtervolgen. Samenvatting De Armeense soldaten van het 812* bataljon zijn in de Nederlandse geschied- 99

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 101