Overzichtsfoto Museumhaven Zeeland (Deze en volgende foto 's zijn gemaakt door: Joop den Boer.
Leen Koper. Frans Meulenberg en Gerard Welbergen)
object in Zierikzee wordt vaker gefotografeerd dan de museumhaven, een toeris
tische trekpleister van formaat.
Tegen wind en stroom
Toch scheelde het weinig of de varende monumenten waren eind 2004 uit het
stadsbeeld verdwenen. Het voortbestaan van de museumhaven stond op het spel.
Het bestuur trof daarom voorbereidingen om de schepen te verhalen naar een
haven elders, buiten Schouwen-Duiveland. Wat was er aan de hand? Schepen zijn
erg onderhoudsgevoelig. Dat weet iedere schipper. Houten platbodems vergen
extra veel onderhoud. Zeker, de schepen in de museumhaven worden onder
houden door onbetaalde vrijwilligers. Toch moeten vaak reparaties worden uit
gevoerd door betaalde vakmensen. De kosten zijn hoog. Het ontbreekt de muse
umhaven aan vaste inkomsten, zoals entreegelden: schepen kunnen immers ook
vanaf de wal worden bekeken. Iedere museumhaven is een schip van bijleg: er
moet geld bij. Je kunt wel een reefje inbinden, maar te veel besparen op onder
houd noopt uiteindelijk tot extra restauratie, dus tot aanzienlijk hogere kosten
van instandhouding.
De toenmalige gemeente Zierikzee onderkende de betekenis van een museumha
ven als onderdeel van de monumentale binnenstad. In haar 'Museumhaven-Plus'
project in de tweede helft van de jaren negentig voorzag de gemeente daarom
onder andere in dekking van dit structurele exploitatietekort van de museumha
ven. Dat ambitieuze project van de gemeente Zierikzee, later verder ontwikkeld
door de gemeente Schouwen-Duiveland, leed echter schipbreuk. Daardoor viel
de financiële basis voor structurele dekking van het jaarlijkse tekort op het onder
houd van de schepen weg. Het bestuur moest jaar in jaar uit soebatten bij vier
opvolgende portefeuillehouders van het college van B&W, eerst van Zierikzee en
104