Dr. Adriaan de Vin, 1916-1994. (Coll, Joop van Loo.) De Vin vertoonden deze gebieden voor wat betreft het daar gesproken dialect, naast veel overeenkomsten, ook duidelijke afwijkingen van elkaar. Om tot een nog genuanceerder beeld van het dialect op het eiland Schouwen-Duiveland te komen, heb ik ervoor gekozen om het middengebied op Schouwen-Duiveland ook in het onderzoek te betrekken. Voorts dient nog opgemerkt te worden dat Zierikzee en Bruinisse buiten het onderzoek zijn gehouden om redenen waarop ik in dit artikel vanwege de toegestane omvang niet nader zal ingaan. Uit iedere subregio kwamen 10 informanten (5 jong/5 oud). Bij jong gaat het dan om personen tussen 20-30 jaar en bij oud om de leeftijdscategorie tussen 60- 70 jaar. Er is bewust naar informanten gezocht die zich niet direct in kringen van dialectver enigingen begeven en die niet over een specifiek taalkundige achtergrond beschik ken. Ook is gekozen voor een gelijke verdeling tussen mannen en vrouwen. Teneinde het verschijnsel van 'age-grading' te voorkomen, is in mijn onderzoek bewust gekozen voor de aangegeven leeftijdscategorieën. Age-grading wil zeg gen dat voor bepaalde leeftijdscategorieën specifiek taalgedrag geldt. De midden leeftijd (45 jaar) kenmerkt zich bijvoorbeeld door het zich conformeren aan de hoogste taalnorm: de standaardtaal. Bij de door mij geïnterviewde oudere cate gorie neemt een dergelijk conformisme duidelijk af, aldus C.F. Hockett in 1950 (Van Bree 1996/2001). Interviewwijze William Labov heeft gesproken over de zogenaamde 'observers paradox'. Hiermee bedoelt hij dat informanten in aanwezigheid van een onderzoeker on gewild meer de neiging hebben tot standaardtaalgebruik. Anderzijds kan de 128

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 130