Structuurverlies Wanneer we onderdelen van de bovenstaande tabel nader bekijken, blijkt uit de vergelijking oud/jong duidelijk dat er sprake is van structuurverlies van het dialect op Schouwen-Duiveland. De testen waarin het structuurverlies significant naar voren komt, zijn de volgende: Test 1: In deze test ging het om een lexicaal-fonologisch aspect. Er werd onder ande re onderzocht in welke gevallen de in het dialect gebruikelijke slot-sjwa gehandhaafd blijft in substantiva. De scores in percentages van oud en jong met betrekking tot dialectische vormen zijn respectievelijk: 86,1% 65,6%. Overigens is het ook opmerkelijk in deze test dat de dialectspreker voor 100 procent diftongering achterwege laat. Test 2: In deze test ging het om het lexicale aspect. Aan de hand van afbeeldingen werd onderzocht in welke gevallen nog dialectvormen van inhoudswoorden worden gebruikt. De scores in percentages van oud en jong met betrekking tot dialectische vormen zijn respectievelijk: 88,0% 60,7%. Test 4: In deze test ging het om functiewoorden morfo-syntactisch aspect). Er werd geregistreerd in welke mate wordt gebruikgemaakt van dialectische vormen voor persoonlijke voornaamwoorden in het meervoud in de subjectsvorm. De scores in percentages van oud en jong met betrekking tot dialectische vormen zijn respectievelijk: 89,6% 52,6%. Test 5: In deze test ging het om een lexicaal-fonologisch aspect. Onderzocht werd in welke van de gegeven werkwoordsvormen sprake is van het gebruik van dia lectvormen. De scores in percentages van oud en jong met betrekking tot dia lectische vormen zijn respectievelijk: 94,2% 84,2%. Test 6: Deze test heeft evenals test 2. betrekking op het lexicale aspect. Ook hier gaat het weer om uitdrukkingen en inhoudswoorden. De bekendheid met en het gebruik van 25 dialectwoorden en uitdrukkingen werden getoetst. De scores in percentages van oud en jong met betrekking tot dialectische vormen zijn respectievelijk: voor bekendheid met: 94,9% 80,8%, voor gebruik van: 85,1% 56%. Een en ander samenvattend kan uit de resultaten van het onderzoek geconclu deerd worden dat zeker sprake is van structuurverlies op de volgende gramma ticale niveaus: lexicaal-fonologisch (wel/geen apocope), lexicologisch (inhouds woorden''uitdrukkingen), syntactisch (te infinitiefconstructie), morfo-syntactisch (persoonlijke voornaamwoorden), lexicaal-fonologisch (werkwoorden). Verder kan opgemerkt worden dat verlies van dialectelementen in mijn onder zoek het sterkst optreedt bij het morfo-syntactisch aspect (test 4). Hier is de score van dialectische elementen bij jong 37 lager dan bij oud. Ook bij het lexicolo gisch aspect (test 2. en het tweede deel van test 6, het ging bij het laatstgenoem de testgedeelte om het gebruik van dialectische uitdrukkingen en inhoudswoor den) is het verlies zeer aanzienlijk: 27,3 29,1 In de volgende tabel geef ik voor de duidelijkheid nog even de rangorde in sta biliteit van de diverse grammaticale niveaus van het dialectverlies weer: 134

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 136