Toetsonderdeel Grammaticaal aspect Oud Jong Verlies 1 Geen diftongering Lexicaal-fonologisch 100 100 0 <ij>/<uu>-wisseling 2 Perifrastisch 'doen' Syntactisch 28,9 26,7 2,2 3 Te staan-constructie Syntactisch 80,0 73,3 6,7 4 Werkwoordsvormen Lexicaal-fonologisch 94,2 84,2 10,0 5 Geen apocope adjectief Lexicaal-fonologisch 20,0 6,7% 13,3 6 Bekendheid met dialectische Lexicaal 94,9 80,8 14,1 Woorden en uitdrukkingen 7 Geen apocope van sjwa Lexicaal-fonologisch 86,1% 65,6 20,5 bij substantiva 8 Dialectwoorden Lexicaal 88,0 60,7 27,3 9 Gebruik van dialectische Lexicaal 85,1 56,0 29,1 woorden en uitdrukkingen 10 Persoonlijke voornaamwoorden Morfo-syntactisch 89,6 52,6 37,0 Tabel 2. stabiliteit (Vink 2004) Regionale verschillen in dialectverlies In hypothese 2 werd gesteld dat het dialect gemeten van oost naar west van het eiland Schouwen-Duiveland een toenemende aanpassing aan het Standaard nederlands vertoont. Het verschil in mate van standaardisering zou onder andere verband houden met invloeden van zich wijzigende sociaal-economische facto ren. Door de resultaten van het door mij gehouden onderzoek kon genoemde hypo these niet geheel bevestigd worden. Sterker nog, de resultaten van het onder zoek wijzen met betrekking tot de verhouding waarin het dialectverlies zich over de subregio's ontwikkelt, juist het tegendeel uit: bij dialectgebruikers in het wes ten van het eiland is de score van het gebruik van dialectelementen, tegen mijn verwachting, in bijna alle tests hoger dan in de overige twee subregio's. Ik noem hier de getoetste onderdelen waar significante verschillen tussen de 3 onderzoch te subregio's voorkomen: Test 1: In deze test ging het om een lexicaal-fonologisch aspect. Er werd onder ande re onderzocht in welke gevallen de in het dialect gebruikelijke slot-sjwa gehandhaafd blijft in substantiva. De score in procenten spreekt duidelijke taal: west midden oost respectievelijk 87,5% 69,2% 70,8%. Test 3: Deze test had betrekking op het syntactische aspect. Het ging hier om een beoordelingstest waarin de acceptatie van 'perifrastisch doen' en een spe cifiek dialectische 'te infinitief- constructie werden getoetst. Met name bij het gebruik van 'perifrastisch doen', zo dit ook een dialectverschijnsel van Schouwen-Duiveland mocht zijn, is de score in procenten duidelijk: west midden oost respectievelijk 50,0% 20,0% 13,3%. Test 5: In deze test ging het om een lexicaal-fonologisch aspect. Onderzocht werd in welke van de gegeven werkwoordsvormen sprake is van dialectvormen. Het resultaat was een relatief hoge totaalscore (89,2%), voor de drie subregio's was de verdeling in procenten: west midden oost respectievelijk 96,3% 83,8% 87,5%. 135

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 137