ginningswerkers de afwateringswerken en de wegenaanleg op de schop. Ze kun nen natuurlijk niet eindeloos in rieten onderkomens blijven wonen. Er ontstaat gaandeweg een planloos gebouwd, permanent gehucht op een kreekrug, dat langzaam in inwonertal en oppervlak toeneemt. Min of meer cen traal gelegen in het Oosterlandse Nieuwland. De enige, wat bredere toegangs weg tot de nieuwe kern in 'het Oosterlancl' loopt van Nieuwerkerk over de Platte Kapelledijk in de Nieuwerkerkse polder onder de oude Vierbannendijk langs. En dan een stuk oostwaarts over een kreekrug, de Graefjesweg, waarop nu rijks weg N59 richting de oostelijke afslag naar Oosterlancl ligt. Het stuk tussen de Zanddijk en de nieuwe nederzetting is een niet geheel 'volgroeide' kreekrug. Die kreek - de latere Oud Heiligenweg - is mogelijk pas ontstaan na de doorbraak van de Zanddijk in 1288 die de Zwarte Weel vormde met als gevolg inundatie van de Sirjanslandse polder. Deze kreek loopt in de tijd vóór de bedijking van de Oosterlandse polder naar de opvullende Marevliet. Een 'hilligen'1 weg. De naam is afgeleid van het woord 'hil'. Een tracé van hogere zandige delen afge wisseld met wat lager gelegen, natte en modderige stukken, nu de Oud Heiligen Weg. Geschikt gemaakt als kortste toegang voor karren tot het Oosterlancl vanuit het basiskamp. Om op de hoogstgelegen zuidelijke plek van de nieuwe nederzetting te komen volgt men bijna aan het einde van de Oud Heiligen Weg westwaarts een oude kreekrug - nu de Sint Joostdijk - met daarachter een stagnerend water, het Nellekensweel, de huidige ijsbaan. Op deze kreekrug begint waarschijnlijk al vóór de inpoldering de semi-permanente vestiging, vooral ook omdat er in de weel zoet water aanwezig is. Aan het eind loopt een waterhoudende kreek, na de bedijking de Watergang of Geule geheten. Over die kreek, haaks op de Sint Joostdijk, bereikt men links afgaand, alweer Midde De omgeving van het Oude Kerkhof. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 14