Natuurgebied 'den Aanwas'
over een opgevulde kreek - de latere Kerkstraat - het hoogstgelegen stuk grond
in het dorp, aan de rand van de al genoemde Aanwas. Daar komt het beschei
den kerkgebouw met toren en kerkhof, het 'religieuze' centrum van het dorp.
Daar omheen een ring van kleine huisjes. Het ringdorp Oosterkerke in het
Oosterland alias het Duivelandse Nieuwiand is een feit. Tussen de Sint Joostdijk
en de Kerkstraat ligt de Markt, het 'economische' centrum. Aan de noordoostrand
van de Markt loopt de Watergang, waarover een brug, de heule, met daarnaast
de vismarkt, de wasplaats en het bleekveld. Een verdere uitbouw van het dorp
om de kerkring blijkt onmogelijk, omdat er geen ruimte is. Aan de noordkant
ervan ligt de Watergang, ten noordoosten de Saele, een moerassig stuk land, de
vuilstort van het dorp. Ten oosten en ten zuiden den Aanwas, met, (veel later),
'het Heerenhof', de woning van de ambachtsheer of -vrouwe, alles hun eigen
dom. Zuidwestelijk loopt de huidige Nieuwstraat die al in löOO 'Nieuwe Wech'
heet. Omstreeks dat jaar is de grootste omvang van het oude dorp wel bereikt.
Na de grote dorpsbrand van 1612 krimpt het huizenbestand zelfs weer wat. Ten
noordwesten en noorden tenslotte liggen de Lange en de Korte Achterweg met
de schuurtjes en tuinen van huizen aan wat later de Kerkstraat gaat heten.
Eerst bouwt men voort op de Sint Joostdijk, op de hoge zuidzijde, waar later
ook de 'schutskooi' komt, de tijdelijke opvang van loslopend vee. Dan de
Markt, waaromheen de graanbeurs, de herberg met de gerechtskamer, de smid
se en de wagenmakerij. Grotendeels al voor de bouw van de stenen kerk
komt de Kerkstraat met de Korte en Lange Achterweg tot ontwikkeling. En
het Groenendaal met de brouwerij, waarvan de 'brouwpitten' aan de Moolweg
(nu de Molenweg) liggen, tegenover de land- of korenmolen, veel later ook
Dorpsweg genoemd. De oudste meestoof, Jacob 't Hooft genaamd, staat ten
13