zuidoosten van het dorp hij de Saele en verwerkt het lucratieve gewas meekrap,
'mee' genoemd, waar men uit de gedroogde wortels een poedervormige rode
kleurstof stampt. En ergens, buiten het dorp, het pesthuis. Met de voortgang van
de ontginning en ontzilting groeit in deze volledig agrarische gemeenschap ook
het aantal hofsteden en hoefjes 'in den lande'.
Concluderend kunnen we zeggen dat de eerste bewoners systematisch de hoog
ste, zandige delen zijn gaan gebruiken om op te bouwen. Door de keuze van
een kerkgebouw op het hoogste punt gaat men de ruimte achter de Markt tussen
en langs de Watergang en de Lange Achterweg met huizen bebouwen. Daardoor
rest de kerkring alleen nog het achterste, zuidoostelijke gedeelte. De eventue
le mogelijkheid voor een echt dorpscentrum op de plaats waar nu de Kerkstraat
en de beide Achterwegen liggen, met één centrale plaats voor kerk, overheid en
neringdoenden is of niet op tijd voorzien dan wel verworpen en daarmee voor
goed verkeken.
Het kerkgebouw1 en de geestelijkheid vóór de Reformatie in Oostkerke
Van die begintijd - van 1354 tot omstreeks 1400 - is weinig bekend. Wie geeft
opdracht tot stichting van de kerk? Er zijn geen details over wie de kerk bouwt,
financiert en verbouwt. Geen woord over wanneer en door wie de inwijding van
kerk en altaar plaats heeft. Niets over de afsplitsing van de Johannesparochie van
Nieuwerkerk. Dit alles blijft in nevelen. Verderop volgt een meer algemeen beeld
van deze ontwikkeling.
Plattegrond van Oosterland naar
een kadastrale kaart van 1832
14