Tenslotte moet nog een opmerking worden gemaakt over de recente restau raties van de geschilderde kaart. In 1983 werd de kaart gedoubleerd en gere toucheerd waarbij de plekken met verfverlies werden bijgewerkt. In 1993 bleken deze retouches lelijk verkleurd en moesten verwijderd en opnieuw aan gebracht worden. De op zich noodzakelijke restauraties zijn niet zo goed uitge voerd. Vergeleken met een foto van het schilderij uit 1971 zien we dat de torens van het Stadhuis en van de Nobelpoort zijn ingekort. Het smalle deel van de Paardenstraat is geheel verdwenen en veel straatnamen zijn verhaspeld en nog slechter leesbaar geworden. We moeten helaas constateren dat bij de restauraties geen gebruik is gemaakt van oudere foto's van de kaart, ook is het toenmalige streekarchivariaat niet geraadpleegd. Stadsvronen De functie van cle kaart van Zierikzee uit 1679 was het aangeven van de stads vronen. Het gaat hier om afvoersloten (Zeeuws: vroanen) die onderhouden wer den door de stad4. Uit de bronnen die nog ter sprake komen, blijkt dat deze gegraven waterlopen twee meter breed waren. In het algemeen liggen ze niet in de straten, maar langs de achtererven van de huizen. Bij nauwkeurige bestu dering blijkt dat de stadsvronen op zes plaatsen uitkwamen in de stadsgracht. Er waren dus ook zes afwateringsgebieden. Tussen deze deelgebieden bevinden zich hoger gelegen straten. De kern van de stad bevindt zich op een 250 meter brede strook van de Balie tot het Kraanplein op 1 a 3 m NAP. De omgeving van de Dam heeft zelfs een hoog te van 3 a 4 m NAP. De lagere delen bij de stadswallen liggen 0 a 1 m NAP. Oorspronkelijk zal het stelsel van stadsvronen zijn aangelegd om bij hevige neer slag, gebruikmakend van de geringe hoogteverschillen in de stad, het overtollig water in de grachten te kunnen lozen. Veel beerputten in de huizen zullen een overloop naar een stadsvroon hebben gehad. In de stadswal bevonden zich ver moedelijk kleine duikers of sluisjes. Deze verdeling in afwateringsgebieden met de hogere straten als begrenzing is te vergelijken met stroomgebieden en waterscheidingen, zoals we dat kennen van de grote rivieren en gebergten, maar dan op een zeer kleine schaal. Op de kaart onderscheiden we de volgende afwateringsgebieden: 1. Het gebied ten noorden van de Oude Haven waar zich lang open ruimten zoals de Mosselboomgaard en de Gasthuisboomgaard bevonden. De afwate ring in de Zoete Gracht lag dichtbij het Jannewekken5. 2. De omgeving van de Mol en het gebied ter weerszijden van de kreekrest Schuithaven-Zwemhaven. Twee korte stadsvronen kwamen uit in het laatst ge noemde water, dat door het Visgat bij de Nobelpoort op de Brakke Gracht afwaterde6. 3. Het gebied ten noorden van de Meelstraat-Kinderstraat-Minderbroederstraat- Lammermarkt, dat ten westen van de Zuidwellestraat tegenover het Krenge- wegje in de Zoute Gracht afwaterde. 4. De oude stadskern met de Sint Lievensmonsterkerk, die via de Karnemelks- vaart in de Zoute Gracht afwaterde. De vronen rond het kerkhof zijn op zes plaatsen overbrugd, vermoedelijk met houten plankieren. 5. Het zuidwestelijk deel van de stad, dat ten westen van de Hoofdpoort in de Zoute Gracht afwaterde. 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 47