Karnemelksvaart met uitmonding stadsvroon door C. Pronk 1743 (Coll. Gemeentearchief Schouwen- Duiveland) mensen konden hun emmers bij de regenbak vullen en de kleine geldbedragen daarvoor betaald kwamen ten goede aan het onderhoud van de kerk. Dan waren er de wellen of waterputten, waar het zoete water uit de zandige kreekopvullingen instroomde en vervolgens omhoog werd getakeld. Bekend is nog steeds de Fonteine of Gemeente Welle die ooit 16 meter diep was. In 1Ó07 werd deze waterput voorzien van een ijzeren pomp. Ook de Groote Welle was zo'n diepe waterput, die op de kaait in het begin van de Verrenieuwstraat met een vierkantje staat aangegeven. Van de andere waterputten weten we min der. Wellicht was er eveneens een welle in de Zuidwellestraat. Ze waren vaak gemaakt van opeen gestapelde houten tonnen, vandaar de naam tonput. Met deze waterputten in de bodem komen we op de vondst van een stadsvroon in de ondergrond van Zierikzee. Archeologisch onderzoek 1993 Na de afbraak van het gebouw van de Rijkscholengemeenschap aan de Manhuisstraat en de bodemsanering voorafgaand aan de bouw van het senioren complex De Veste werd op 12 en 13 juli 1993 een archeologisch noodonderzoek verricht, dat onder leiding stond van de toenmalige provinciaal archeoloog dr. Robert van Heeringen. 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 49