opgenomen'. Hij was van mening, dat dit ook in 1937 nog jongeren af zou kun nen schrikken lid te worden. Waar het ene raadslid opperde Kunst en Eer financieel tegemoet te komen, drong het andere raadslid aan op bezuinigingen. Zo was de heer Bij de Vaate bijvoorbeeld van mening, dat de post zaalhuur van 130 gulden te hoog was en de post voor het ophalen van de donateurgelden kon wat hem betreft wel geschrapt worden. 'Mr. Du Croo doet het goedkooper dan de bode van Kunst en Eer', voegde hij daar fijntjes aan toe. En de reservering voor een reisje naar België was, wat Bij de Vaate betreft, ook helemaal niet nodig. Het raadslid Gerritsen was zelfs van mening dat de subsidie van vijfhonderd gulden maar beter geschrapt kon worden als er geen einde kwam aan het kwijnende bestaan van het muziekgezelschap. Dat zou dan het einde betekenen van de vereniging, maar volgens hem zou 'beter een nieuwe vereeniging met jonge krachten kun nen worden opgericht'. Het bestuur van Kunst en Eer bleek overigens niet onder de indruk van alle kri tiek vanuit de gemeenteraad. Want die had in zijn ogen de financiële problemen zelf voor een deel veroorzaakt door de huur van het gymnastieklokaal op te zeggen. In deze zaal repeteerde Kunst en Eer van 1924 tot 1931- De huur ervan was vijftien gulden. Maar door de gedwongen verhuizing was die bijna tien keer zo veel geworden. De subsidie van vijfhonderd gulden was dus broodnodig en bleef uiteindelijk ook gehandhaafde Bij de viering van hei honderdjarige bestaan op 23 april 1930. werd voorafgaand aan de feestelijk heden eerst een krans gelegd op het graf van oud-dirigent S. Klimmerboom. (Coll. Gemeentearchief Schouwen-Duiveland) 60

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 62