muzijkale lust en werd men als bezield door zijn ijver. Hij mogt zich in steun en medewerking van velen verheugen. Moge zijne plaats weldra alhier naar wensch vervuld zijn, en de nieuwe directeur ook nieuw leven en nieuw genot op muzijkaal gebied hier brengen'. Die wens kwam niet uit. De op 29 september 1865 benoemde dirigent A. Piek bracht niet wat daarvan gehoopt was. 'Wij gingen toen achteruit. Zekeren heer Piek vind ik hier geïnstalleerd, toen ik van eene buitenlandsche reis terugkeer de. Deze man maakte het hier kort. Hij speelde geloof ik, een aardig viooltje, doch de geest van meester, muzijk-directeur, ijverig voorstander van en leven de in- en voor zijn kunst, was niet in hem gevaren', had een van de muzikanten verteld aan de correspondent van het tijdschrift Cecilia. Dirigent en muzikanten kwamen steeds meer tegenover elkaar te staan en uiteindelijk kreeg de dirigent op 1 maart 1871 eervol ontslag. Deze geschiedenis zou zich nog meerdere keren herhalen. De laatste keer was in het voorjaar van 2004. Dirigent Gert van der Weide moest na twee jaar het veld ruimen, omdat een deel van het orkest zich niet kon vinden in de manier waarop hij te werk ging. In oktober 2004 werd Dirk Verholle uit het Vlaamse Zomergem benoemd als zijn opvolger. En het ziet er naar uit, dat de positieve woorden uit 1865, die gericht waren op Carl Eisner, ook op de huidige dirigent van toepassing zijn. Hoe het ook zij, erevoorzitter Herman Asma gaf op de ledenvergadering in 2004, de leden in ieder geval de raad mee, niet stil te blijven staan bij problemen. 'Kunst en Eer heeft in het ver leden meerdere vervelende perioden gehad en altijd is ze weer uit het dal opge klommen', waren zijn geruststellende woorden. Drumband De woorden van Asma sloegen overigens niet alleen op de snelle wisseling van dirigent, maar hadden ook betrekking op het onverwachte vertrek van bijna de volledige drumband in 2001. In tegenstelling tot de recentelijke dirigentperike len haalde dit vertrek wel de krant. 'Scheuring door tamboerkorps', kopte de Provinciale Zeeuwse Courant (PZC) op 2 november 2001, toen zestien van de 22 leden van de drumband van Kunst en Eer hun lidmaatschap hadden opgezegd om een eigen drumkorps op te richten. 'Ze voelden zich niet meer zo thuis bij de vereniging en hebben besloten op eigen kracht verder te gaan', verklaarde de secretaris in de krant. Volgens Patrick Struijk, een van de vertrekkende leden, heeft het vertrek allemaal te maken 'met het beleid van het bestuur en de dirigent. Tijdens het konink lijk bezoek (dat van kroonprins Willem-Alexander en diens aanstaande bruid Maxima, AH) viel de druppel die de emmer deed overlopen', is alles wat Struijk erover kwijt wil. In de PZC van 13 november komt er een andere verklaring. 'De tamboers wilden meer de showkant op, maar kregen daar in de visie van Struijk te weinig ruimte voor van het Kunst-en-Eerbestuur'. Het bestuur gaf de vertrekkende leden in ieder geval wel alle ruimte hun eigen koers te gaan varen. Want in het eerste artikel meldt de secretaris het besluit van de vertrekkende leden te respecteren. 'Kunst en Eer zal de komende maanden alles in het werk stellen haar slagwerkorkest weer op sterkte te krijgen. En daar is en wordt onder leiding van de nieuwe instructeur Eddy Kaaisteker hard aan gewerkt. Met dat verschil, dat de voormalige drumband met vrijwel alleen trom mels, werd ingeruild voor een slagwerkgroep, die veel meer gericht is op melo dische slagwerkinstrumenten. 62

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 64