verdiend. In aanwezigheid van onder anderen koningin Juliana werd precies om
twaalf uur 's nachts, het laatste gat in de dijk van de Waternoodramp gedicht bij
Ouwerkerk. Kunst en Eer speelde na de geslaagde sluiting van het dijkgat vanaf
een boot het Wilhelmus. En volgens voorzitter P. Heering is de koningin 'zel
den meer ontroerd geweest bij het horen van het volkslied dan juist bij die gele
genheid toen de flarden van het Wilhelmus zich vermengden met het gefluit der
motorboten', meldde de Zierikzeesche Nieuwsbode van maandag 23 augustus
1955.
Twee jaar daarvoor, op de dag van de sluiting, sprak de krant van 'Een indruk
wekkende slotfase'. 'Een schip, waarop het harmoniegezelschap „Kunst en
Eer", voer tot tegenover de sluitcaisson en op het vreemdste moment en op de
vreemdste plaats klonk het Wilhelmus. Wat moet er omgegaan zijn in de harten
van de ontelbare eilandbewoners en landgenoten, die dit moment hopend en
biddend hadden verwacht?' Even verderop in de krant stond het antwoord. De
conclusie is, dat het volkslied 'ons zelden inniger in de oren heeft geklonken'.
Jumelages
Uit de watersnoodramp ontstonden voor Zierikzee ook twee vriendschapsbanden
met buitenlandse plaatsen: het Franse Saint Hilaire-du-Harcouët en het Engelse
Hatfield. De band met Saint-Hilaire werd op 15 mei 1955 officieel beklonken
en volgens de oprichtingsakte was de zogenoemde jumelage bedoeld 'tot uit
wisseling van alle groepen en geledingen van onze burgerij'. Het kon dus ook
niet anders of ook Kunst en Eer zou bij deze jumelages betrokken worden. In
het najaar van 1959 trok de harmonie voor het eerst naar Saint Hilaire. Toen
burgemeester F. Dijckmeester zijn Franse collega bij de ontvangst een cadeau
overhandigde, lieten de muzikanten voor het eerst van zich horen. Volgens het
verslag in de Zierikzeesche Nieuwsbode van 8 oktober was deze kennismaking
verpletterend. 'De inwoners van St. Hilaire konden hun oren niet geloven en het
succes dat de Kon. Harmonie en de drumband hebben geboekt is dan ook for-
Kunst en Eer tijdens het eerste bezoek aan Saint Hilaire-du-Harcouët in 1959.
(Coll. Gemeentearchief Schouwen-Duiueland)
66
