O wreedaard hoort haar klachten, Denk aan Uw kinderen saam, Gij bracht hen nu tot wezen, Wat hebben zij Ugedaan? Zes jaar heeft hij de tijd om te bedenken, Over zijn misdaad, wondergroot, Zijn kinderen bracht hij tot wezen, Zijn arme vrouw, die schoot hij dood, Nu is 't gedaan met al haar lijden, Geen beulen of geen vloeken meer, Laat ons saam hun lot beklagen, Die arme vrouw en kinderen teer. Gij alle mannen, jongelingen, Bemint de vrouw, weest goed voor haar, Wilt U toch de drank en drift bedwingen, Brengt U toch nooit in groot gevaar, Neemt een spiegel, neeint een voorbeeld, Koop van mij een treurig lied, En gij kunt dan allen lezen, Wat te Zonnemaire is geschied. Zierikzee: gevangenschap en verdediging "Het was geen alledaags gezicht dat een veldwachter in uniform geboeid wordt opgebracht. Uitgeput viel ik op een bank neer en een krampachtig snikken was de reactie. Na een glas water kreeg ik een flink warm bad dat mij kalmeerde. Daarop werd ik geïnterneerd op een grote ruime goedverlichte kamer. Ongeveer halftien was het geworden. Ik ging slapen en sliep tot de volgende morgen 6 uur. De derde dag schreef ik een brief aan mijn moeder en aan de ouders van mijn vrouw. Ik was zeer met hen begaan, ik mocht die lui wel; vooral de vader. Mijn kinderen, mijn drie lievelingen; ik had de vaste hoop dat mijn familie ze wel zou nemen. Maar de oudste, Nita, wat zou er in haar omgaan? Ik las veel en sliep. Mijn verdediger was Jonkheer J.C. Te Hoeufth. Daar ik de kracht van mijn revolver kende (Buldog 11 mm.) was ik dubbel over tuigd dat zij niet getroffen kon zijn. Mijn verdediger stelde dat, omdat ik niet met woorden gedreigd had op haar te zullen schieten en als er bewezen kon worden dat ze niet getroffen was, er dan geen sprake was van een wettelijk strafbaar feit. Ik beweerde dat poging tot doodslag in ieder geval bleef bestaan. Dinsdag 25 september was de eerste dag der rechtszitting in de arrondissementsrechtbank te Zierikzee. Er waren gedagvaard 39 getuigen, twee geneesheren en twee deskun digen voor het wapen. De afstand naar het gerechtsgebouw is ongeveer 8 a 10 minuten en moest te voet worden afgelegd. Overal stond volk doch nu kalm en stil. Het voornaamste van de zitting zal ik aanhalen. Drie getuigen konden geen brandvlekken op de kleren zien, ze waren ook niet geschonden of doorboord. De doodsoorzaak kon niet met zekerheid wor den vastgesteld. Volgens de twee geneesheren, gebroeders Ittman is het bloe dige plekje, de kneuzing aan het kraakbenige gedeelte van de rib en de bloedi- 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 87