gende morgen (20 februari 1907) om 6 uur vertrok ik met mijn begeleider met de tram naar Leeuwarden." Uit de autobiografie van Klooster blijkt dat hij gedurende zijn gevangenschap veel aan het filosoferen was over het bestaan van God en Jezus. Hij beluisterde regelmatig preken. Hij breekt met zijn familie na een brief vol verwijten te heb ben gekregen. "Gelukkig dat ik in de trouw van broer Willem, schoonzus Johanna en de innige liefde van Maatje vergoeding vind voor de koude harteloosheid. Hij heeft gesprekken met een godsdienstonderwijzer en een dominee ten Kate en krijgt daar kracht en liefde van. Zijn gedachten dwalen steeds weer af naar zijn drie kinderen en naar Maatje en naar zijn plicht als veldwachter en als vader. Schrijft veel van zich af in maatschappijkritische stukken, een maatschappij boor devol beschaving die gevangenissen nodig heeft omdat het als kwaad wordt bestempeld wanneer men rondborstig zijn mening geeft. Hij blijft wroeten in zijn eigen zielenleven. Hij schrijft brieven aan zijn broer Willem waarin sprake is van een Christelijk geloof en een dominee Jas wordt vaak aangehaald. Hij schrijft aan zijn kinderen op hun verjaardagen of zomaar een gedichtje. Hij ziet het als een illusie ooit nog samen onder één dak te wonen waarbij Maatje als een moeder voor ze zou zijn." In 1911 voorziet hij zijn autobiografie van noten en aanvullingen. 12 maart 1911 heeft Klooster zijn autobiografie afgestaan aan de adjunct-direc teur de heer Van Zanten. 25 mei 1911 verbreekt Klooster voorgoed de verhouding met Maartje "na een hevige strijd die de gehele nacht duurde." Vanaf 17 december 1911 blijft Klooster op eigen verzoek in zijn cel. Uiteindelijk kreeg Klooster 30 december 1912 voorwaardelijke in vrijheidsstelling wegens goed gedrag. Na de gevangenschap Van hieraf moet ik het zonder autobiografie doen en reconstrueer ik de levens loop van Klooster op grond van gegevens uit verschillende archieven. Ik heb veel gehad aan de persoonskaart die ik via de heer Uil van de heer Langeraad uit Hoofddorp kreeg. Waar Klooster naartoe ging die 30SIe december is niet te achterhalen. Hij neemt in ieder geval contact op met het kindertehuis 'Kinderzorg' waar zijn kinderen ver blijven sinds 1907. Angenita is dan 8, Lina 6 en Bram Jan 2 jaar. In de notulen van de vergadering van Bestuur van 7-2-1907 staat dat die avond om 6 uur, in het nieuwe gebouw aan de Veerse Singel, het moderamen zich bereid verklaart tot voogdij over de drie kinderen van Klooster uit Dreischor. Er wordt aan Kinderzorg gevraagd om de kinderen Klooster naar Den Haag over te brengen om ze te herenigen met hun vader. Hieruit kun je opmaken dat Klooster naar Den Haag is gegaan, dit is echter niet te achterhalen daar het archief van deze stad in 1945 verloren is gegaan. Het is bekend uit overlevering dat hij in 1913 één dag geëvangeliseerd heeft in Dreischor. Het moet erg moeilijk voor Klooster geweest zijn om met zijn alom bekende ver leden een nieuwe toekomst op te bouwen, hij heeft dan de leeftijd van 40 jaar. Hij besefte dat ook en emigreerde in 1914 naar Australië, waar hij het beroep van boomgaardenier uitoefende. Hij woonde in Gosford, New South Wales. 87

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 89