het voorjaar volgden de inundatie van het eiland en de evacuatie van een groot
deel van de bevolking. Volgens rapporten van de verzetsgroep Albrecht lagen
er op Schouwen eind september 1944 ongeveer 300 Armeense militairen. Op
Overflakkee waren het er volgens dezelfde groep bijna 240.14
De verbindingen met de buitenwereld waren gebrekkig en de Armeense solda
ten moeten zich na het oorlogsgeweld van het Oostfront hebben verwonderd
over de relatieve rust op Schouwen. Wat weten we van hun persoonlijke ervarin
gen? Het is van belang om allereerst vast te stellen, dat er weinig getuigenissen
bewaard zijn gebleven en dat de overblijfselen niet representatief zijn voor alle
Armeniërs. De belevenissen waren van zeer uiteenlopende en bijna tegengestel
de aard. Dit waren de persoonlijke beschrijvingen, die, hoe kan het anders, bij
soldaten in den vreemde, doorgaans met vrouwen te maken hebben en de zake
lijke perceptie, de vijandige houding jegens de Duitsers hetgeen leidde tot con
tacten met het verzet.
Eerst het persoonlijke element. Een aantal Armeniërs bevond zich in de loop
van 1943 bij Stellendam op Overflakkee en knoopte er contacten aan met
Nederlandse meisjes. Nog steeds wonen er op Goeree-Overflakkee nazaten van
Armeens-Nederlandse ouders. Na een kort verblijf in Middelharnis volgde in
augustus de overplaatsing per stoomboot naar Schouwen. Spoedig daarna ont
ving een van de bij Haamstede gelegerde soldaten, Suren Sarkisjan (1920), brie
ven van Overflakkee van 'vele bekende meisjes die het betreurden dat we waren
weggegaan van dat eiland. Daarna schreven ze ons dat het leven doods was
geworden. Ze zagen op straat niet meer zulke lieden, niet zo veel als toen wij er
waren, niet zulke aardige zoals er bij ons bij waren,' noteerde hij met enige ijdel-
heid.15 Maar ook op Schouwen leerde hij damesgezelschap kennen. Dat kortte
niet zelden de tijd op het eiland.
Armeniërs in Duitse krijgs
dienst te Stellendam.
(Coll. J. van den Doel,
Sommelsdijk.)
93