heden' alle Nederlandse obligaties en die van de gemeentes Amsterdam en Rotterdam
in bewaring te geven bij De Nederlandsche Bank. Toen thesaurier A.B. Breesnee,
per 1 januari zijn functie neerlegde in verband met zijn leeftijd - hij wilde nog wel
aanblijven als commissaris - besloot men de functies van secretaris en penning
meester voortaan te combineren. Uit de discussie hierover bleek dat de vergoeding
aan de thesaurier van 500 gulden per jaar, die Breesnees voorganger S.R. Bakker
had afgeschaft weer in ere was hersteld. Bakker was niet lang daarvoor overleden.
Hij werd in de vergadering van 20 januari 1939 herdacht.
De nieuwe thesaurier R. Gerritsen kwam op de vergadering van 24 januari 1940
onmiddellijk met een aantal vereenvoudigingen voor de boekhouding. Ook zijn
voorstel om voortaan geen rente meer te vergoeden over 'centen bedragen' werd
met algemene stemmen aangenomen. In afwezigheid van voorzitter Swaters, die
was opgeroepen in verband met de mobilisatie, werd een vertrouwelijk schrijven
van het Spaarbankbureau besproken over het uitkeren van vergoedingen in ver
band met de inundatie - het onder water zetten - van landerijen108 of het in beslag
nemen van gronden en gebouwen. De commissarissen concludeerden dat zulke
gevallen zich niet voordeden onder hun hypothecaire schuldenaren. Voortaan zou
men weer iedere maand vergaderen, op de laatste dinsdag van de maand 's avonds
om 'kwart na acht', aldus de netjes uitgetypte notulen dat het karakteristieke hand
schrift van de opeenvolgende secretarissen voor het eerst en voorgoed verving.
Du itse patrouille in rust bij het Westhavenhoofd. Op de achtergrond het uit 1602 daterende lichtwachter-
huisje. I-Iet werd op 12 april 1943 op last: van de Duitse bezetter afgebroken.
108. Men doelde hier kennelijk op plannen van defensie om een eventuele vijandelijke aanval het hoofd te bieden
door het onder water zetten van stukken land.
100