tenaren leek men op safe te willen spelen. Verder werden er opnieuw plannen ont wikkeld voor een filiaal in Haamstede. De gift aan het plaatselijk departement had kennelijk gerendeerd, want op dinsdag 1 april 1951, van kwart over twaalf tot twee uur, kon de eerste zitting gehouden worden in Hotel Bom aldaar. De harmonie 'Kunst en Eer' uit Zierikzee vroeg een lening van 10.000 gulden. Na lang wikken en wegen besloot men dit bedrag renteloos te lenen aan de gemeente Zierikzee, die daarbij de verplichting op zich nam hun jaarlijkse subsidie van 500 gulden aan genoemde vereniging aan de Nutsspaarbank uit te betalen als aflossing. Kunst en Eer moest daar bovenop de spaarbank een rente betalen van 2,4 procent Een gat in de dijk èn in de geschiedenis Tot en met juli kwam men bijna maandelijks bij elkaar in 1951. Er gebeurde niet veel. De notulen van de bijeenkomst op 10 juli van dat jaar zijn zelfs ultrakort. De vaststelling van de notulen van de laatste vergadering werd aangehouden, de ingekomen stukken gaven geen aanleiding tot opmerkingen en in verband met het geringe aantal aanwezige commissarissen besloot men de besprekingen uit te stellen tot een volgende vergadering. Wanneer die volgende bespreking zou moeten hebben plaatsgehad, is onduidelijk. Er ontbreken drie verslagen van vergaderingen in het notulenboek, maar die bestrijken wel een periode van drie jaar. De Watersnoodramp in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 valt natuurlijk in deze periode, maar dat kan niet de enige verklaring zijn voor het grote gat in het geheugen van de bank. De eerste, summiere handgeschreven notulen na de ramp dateren van 22 juli 1954, het eerste daaropvolgende verslag van 19 augustus is ondertekend door een nieuwe secretaris en voorzitter. Dat de watersnood diepe voren had getrokken in het dagelijks leven van de bank wordt alleen al duidelijk uit het feit dat tijdens laatstgenoemde vergadering de aanwezige architecten de problemen rond het herstel en de wederopbouw van de hofsteden kwamen bespreken. Er zou tevens een nieuwe boekhouder komen. Het is opmerkelijk dat Poldermans, de oude boekhouder, staande de vergadering 109

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 111