De secretaris was ook ontevreden over de vlaggenstok. Deze werd altijd horizontaal
uit het raam gestoken, maar op die manier kon men de vlag niet halfstok hijsen,
zoals bleek bij de begrafenis van Gerritsen. Het was ook aan de orde bij de aan
staande dodenherdenking. Er moest overigens een nieuwe vlag aangeschaft worden.
De oude was gerafeld en verkleurd.
De zomervergadering van juli 1955 werd vrolijk ingezet met het knippen van de
coupons onder het genot van de klanken van Kunst en Eer dat buiten hun eerste
zomerconcert gaf. Dat de commissarissen hun vergaderingen begonnen met het
knippen van de coupons, was een ritueel dat vele jaren stand hield.
De zaterdagavondzitting werd verplaatst naar de middag omdat steeds minder men
sen op zaterdag werkten. Voor de mensen van buiten was dat zeker in de winter
prettiger. Ook dacht men aan de mogelijkheid de bank in de nabije toekomst dagelijks
open te stellen. De accountants hadden hier jaren geleden al op aangedrongen, maar
men had hen toen te verstaan gegeven dat ze zich niet met dit soort zaken moesten
bemoeien. Accountant De Klerk die voor de augustusvergadering was uitgenodigd in
verband met de jaarcijfers over 1954, kwam hierop terug en benadrukte dat de bank
naast de dagelijkse openstelling wel wat meer activiteiten kon ontplooien. Andere
banken deden dat ook. Nu luisterde men wel, zeker toen hij zei dat het 'obligo', het
inleggerstotaal, daarmee kon stijgen van 2,5 miljoen tot 4 miljoen. Men moest dan wel
op vaste tijden geopend zijn, anders raakte het publiek in de war. Gevolg van een
dagelijkse openstelling was dat de commissarissen niet langer alle zittingen konden
bijwonen en er dus naast De Regt een professionele kracht moest bijkomen. De
dagelijkse openstelling zou per 1 januari 1956 ingaan.
De Klerk bracht ook de mogelijkheid ter sprake van mechanisering van de boekingen
op spaarbankboekjes en staten, maar voor dit moment achtte hij dat prematuur. De
bank was er nog te klein voor, waardoor het te duur zou worden. Bovendien moest
men bij eventuele zittingen elders op het eiland toch weer overgaan op handmatige
bijboeking omdat men de machine niet kon meeslepen. Verder dacht de Klerk aan
boekjes voor pasgeborenen en een voorlichtingsfilm voor scholieren. Er werd ook
lang gepraat over de vermelding van de waarde van de effecten op de balans.
Moest men gezien de voortdurende koersschommelingen en het effect daarvan op
de winst- en verliesrekening hiervan geen aparte vermelding maken? De Klerk
stelde voor de aankoopwaarde als waarde aan te houden, omdat de banken toch
zelden hun effecten verkochten. Daarmee omzeilde men de kwestie van de koers
verschillen, terwijl de rendementsberekening geen problemen meer zou opleveren.
De bank nam dit voorstel maar gedeeltelijk over. Men had steeds de beurswaarde
op de peildatum genomen en er werd besloten deze berekening voorlopig aan
te houden met dit verschil dat in de toekomst de maximumkoers voor de balans
100 procent zou zijn.
De commissarissen waren op hun beurt heel nieuwsgierig naar de relatie tussen de
departementen en banken in de rest van het land. Volgens De Klerk werd die wel
losser, maar nieuwe commissarissen werden nog overal uit de leden van het
departement gekozen. De salariëring van de thesaurier was overal verschillend en
liep uiteen van 200 tot 2000 gulden per jaar. Een pensioenuitkering aan de weduwe
van de tliesaurier zoals in Zierikzee werd overwogen, kende geen precedent in het
land. De Spaarbankbond berichtte dan ook niet veel later dat zij geen grond zag
voor een pensioenuitkering aan bestuursleden, laat staan aan de weduwe van een
bestuurslid. 'Wij kunnen geen enkele bepaling vinden, waarop u zich met vrucht
zoudt kunnen beroepen'. En men vervolgt: 'Daartegenover staat, dat uit art. 10 der
statuten blijkt, dat bestuursleden aansprakelijk zijn voor schade, welke mocht ont-
112