De Nutsspaarbank zag zich daarom zomer 1957 genoodzaakt de hypotheekrente te verhogen tot 5 procent. Koole's Bank bleek inmiddels op depositoboekjes 3,5 procent rente te geven, reden om zich af te vragen of men met deze bank nog wel zaken kon blijven doen nu zij zich als een regelrechte concurrent ontpopte. Na een gesprek van de thesaurier met Koole's procuratiehouder besloot men de samenwerking geleidelijk af te bouwen. Desalniettemin bleef men met het pro bleem zitten dat nog steeds veel mensen geld opnamen waardoor de bank in liquiditeitsproblemen dreigde te komen. Ook een actie voor vakantie-sparen waarvoor huis aan huis folders waren verspreid, leverde te weinig op. Men moest daarom of meegaan met het aanbieden van depositoboekjes voor één jaar vast, met dezelfde rente als de handelsbanken, öf een hofstede verkopen, wat naar bui ten toe geen goede indruk zou maken. De nood steeg. Eind oktober 1957 kwam men in spoedzitting bijeen omdat er weer verschillende opvragingen waren tot een bedrag van 60.000 gulden.122 Bij De Nederlandsche Bank kon men nog één ton lenen, maar dat was te weinig, want men wilde ook inschrijven op de pas uit gegeven Woningbouwlening van de Bank Nederlandse Gemeenten123 van 6 pro cent. Effecten verkopen was uitgesloten, want dan zou men, gezien de lage koer sen van dat moment, fors verlies lijden. Verkoop van hofstede 'De Verandering' voor 150.000 gulden leek de enige oplossing. De thesaurier had berekend dat het rendement op deze hofstede erg laag was, niet meer dan 2,5 procent. Maar men wilde toch eerst advies inwinnen van het Raadgevend Bureau voor Beleggings vraagstukken in Amsterdam. Een maand later was de verkoop van de baan. Commissaris Heering kwam de vergadering binnen met het verhaal dat hij van de kassier van de Boerenleenbank in Eikerzee had moeten horen dat de Nutsspaar bank zijn hofsteden te koop aanbood vanwege grote opvragingen. Hij had dit ten stelligste ontkend en vroeg zich hardop af hoe dit had kunnen uitlekken. De aan wezigen verbaasden zich met hem en waren het roerend met elkaar eens dat er nu niet meer verkocht kon worden, want dat zou 'onze goede naam zeker schade berokkenen'. Pikant detail was, dat in dezelfde vergadering een brief van de Nutsspaarbank Zutphen op tafel kwam, waarin zij meedeelde niet geïnteresseerd te zijn in uitbreiding van de onroerend-goed-portefeuille en daarom afzag van de aankoop van de 'Verandering'. Men had dus letterlijk links en rechts met de hof stede te koop gelopen. Was het toeval dat De Nederlandsche Bank in Middelburg tezelfdertijd aan het bestuur vroeg zich schriftelijk akkoord te verklaren en bij toe komstige kredietverhogingen aan strikte voorwaarden te voldoen. Zo claimde De Bank het recht om directieven uit te vaardigen ten aanzien van de liquidatie van de Zierikzeese effectenportefeuille. De Nederlandsche Bank berispte de Nutsspaarbank zelfs dat men effecten had gekocht teiwijl er nog een schuld uit stond bij De Bank en men tezelfdertijd spaargeld in kas had. Men veiweet de Zierikzeeënaren dus dat ze met geleend geld (van De Bank) effecten hadden gekocht. De Bank gaf het dringend advies voortaan beter op de handhaving van de liquiditeit te letten. De thesaurier ontkende dat er ooit sprake was geweest van een te krappe kas en zei dat hij de schuld bij De Bank niet had willen aflossen omdat hij dan ook zijn onderpanden had teruggekregen, waardoor hij in geval van nood niet meteen geld bij hen kon opnemen. De commissarissen accepteerden zonder meer zijn uitleg. Men wist van de hoed en de rand. Zo was het veelbete kenend dat men onmiddellijk met het voorstel akkoord ging om alle spaarders een 122. Grote opvragingen waren ook landelijk gezien aan de orde van de dag, omdat nogal wat grote spaarders in effecten gingen. 123- Opgericht in 1914. 118

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 120