Spaarbanken versus Handelsbanken 1960-1967 Concurreren met een modern uiterlijk Propaganda en ook een moderner uitstraling waren noodzakelijk om het terug lopend aantal klanten een halt toe te roepen. Na een opmerkelijke stijging vanaf begin 1955, volgde er medio 1959 een plotselinge terugslag. Nieuwe cliënten waren onder meer binnen gehaald via de automatische overboeking van de AOW-pensioenen. Maar sinds enige tijd kwamen er geen nieuwe meer bij en vielen er vooral door overlijden alleen maar af. De campagne om het weduwepensioen via de bank te laten uitbetalen, had nog geen succes.128 Hetzelfde gold voor het 'babysparen', terwijl ook het jeugdsparen via de Zilvervlootactie niet denderend liep. Was er een verzadigingspunt bereikt op het eiland, of moest men toch weer gaan praten met de Christelijke School? Misschien was het zinvol om eens te adverteren via het bioscoopdoek. Commissaris Van der Straaten meende dat men de nieuwe klanten in elk geval niet langer in het oude gebouw kon ontvangen. Het was tijd voor een verbouwing en modernisering van de bank. Vooral de ingang moest veranderd worden. Volgens Van der Straaten en M. Doeleman waren de schoolspaardertjes bang om de grote, zware deur te openen. Kinderen moesten zo binnen kunnen lopen. De wachtkamer was ook heel ongezellig en in de hal wensten ze glazen wanden, zodat de wachtenden konden zien 'wat en dat er wat gebeurt op 't kantoor'. Heering toonde zich een principieel voorstander van het handhaven van de oude gevel van het bankgebouw. Iedereen was het met hem eens. Doeleman. die er foto's van had gemaakt, beval onmiddellijk een architect aan en kwam vervolgens met een enthousiast verhaal over een rijdend bijkantoor. Vooral het propagandistische effect sprak hem aan. Men had hier volgens hem goede ervaringen mee opgedaan in Amersfoort. Doeleman was binnen de raad van commissarissen steeds degene die kwam met nieuwe ideeën of praktische verbeteringen, waarvan hij de uitvoe ring liefst zelf ter hand nam. Het waren vaak zaken, zoals de aanschaf van een 128. De AW was op dat moment nog geen wet. Commissaris M. Doeleman, directeur van Koninklijke Zeelandia, de internationaal opererende fabriek voor bakkerijgrondstoffen was een drijvende kracht in het bestuur van de bankSteeds alert om zakelijke vernieu wingen door te voeren, maar ook zeer betrokken bij het behoud van bet historisch erfgoed van de stad. 123

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 125