Merkwaardig eensgezind
Naar aanleiding van de Wereldspaardag van 30 oktober 1961 werd de pers uitge
nodigd voor de vergadering van de raad van commissarissen van 23 oktober.
Voorzitter Du Croo hield een inleiding over het ontstaan van de spaarbanken en
meldde dat er thans 249 Nutsspaarbanken waren met in totaal 475 kantoren. In
tegenstelling tot de algemene verwachting was het sparen na de invoering van de
sociale verzekeringswetten niet verminderd. Er waren in Nederland 3,5 miljoen
rekeninghouders die niet minder dan 3,5 miljard gulden hadden ingelegd. Het
sparen was wel van karakter veranderd, men spaarde nu meer voor vakantie
reisjes, caravans of andere luxe goederen. Voorafgaand aan de bijeenkomst en tij
dens het informele gedeelte daarna werd de 'Heren iets rook- en drinkbaars aan
geboden', waarbij zij zich ondanks hun sterk uiteenlopende politieke voorkeur,
volgens de ietwat misprijzend klinkende notulist merkwaardig eensgezind toonden
ten aanzien van hun drankkeuze. Ook de aanstaande verbouwing kwam ter sprake.
Du Croo zei te hopen dat de bouwstop van overheidswege binnenkort opgeheven
zou worden. Op de Wereldspaardag zou de bank de hele dag open zijn en ook
's avonds nog een uur. Voor elke inleg van minimaal 5 gulden gaf men op die dag
een toeslag van 2,50 gulden. Het liep redelijk storm. Meer dan vierhonderd klanten
bezochten de bank en legden tezamen bijna 20.000 gulden in. Volgens de thesau
rier waren er spaarders op komen dagen die hij in jaren niet gezien had. In een
enkel geval had hij zelfs over twintig jaar rente mogen bijschrijven. De laatste
klant ging halftwaalf 's avonds de deur uit. De Regt had die dag flinke hulp gekregen
van mevrouw Enzlin, die mevrouw Loof, die al geruime tijd ziek was, verving.
Toen de laatste eind 1961 voor halve dagen terugkeerde, bleef ook Enzlin op de
bank werken. Daarnaast reageerde men positief op een verzoek van het Gewestelijk
Arbeidsbureau om een schoolverlater te plaatsen. Er bestond interesse in een
'serieuze jongeman van ongeveer 18 jaar, met ambitie voor het vak', die bij gebleken
geschiktheid over ongeveer vijftien jaar de administrateur zou kunnen opvolgen.
Maar verrassenderwijs meldde zich niemand.
Spaarpropaganda bleef een steeds terugkerend thema tijdens de raadsvergaderingen,
vooral het jeugd- en babysparen kreeg veel aandacht. En omdat men het baby
sparen zo belangrijk vond, werden er ondanks de relatief hoge kosten in de lente
van 1962 vijfhonderd plastic varkens aangeschaft voor de somma van 0,29 gulden
per stuk. Ondanks de populariteit van de bank onder de jeugd waren er op het
eind van het jaar maar vier kinderen die hun spaarkaart inleverden ten bate van
de televisieactie 'Open het dorp', voor een onderkomen van gehandicapten bij
Arnhem. De Nederlandse Spaarbankbond kreeg de schuld van die tegenvallende
respons. Zij hadden de draagwijdte van de actie niet tijdig onderkend in tegen
stelling tot de Raiffeisenbank die dit veel beter had aangevoeld en daarmee uitste
kende propaganda maakte. Men besloot een flinke advertentie in de Zierikzeesche
Nieuwsbode te plaatsen waarin men meldde dat er bij de Nutsspaarbank nog steeds
gelden ingebracht konden worden voor de actie en dat de bank zelf 500 gulden
had geschonken. Men voelde er vervolgens weinig voor de aldus ingezamelde
bedragen via de Spaarbankbond te schenken. Liever stortte men de gelden uit
eigen naam op giro 200 van stichting 'Het dorp'. Wellicht nog onder de indruk van
het nieuwe medium, besloot men de thesaurier aan het eind van het jaar voor zijn
vele verdiensten en vanwege het feit dat hij nooit meer dan 100 gulden per maand
voor zijn werk wilde accepteren, een televisietoestel aan te bieden.
129