Verschuivende verantwoordelijkheden
Administrateur De Regt had tijdens de opening verstek moeten laten gaan. Hij lag
in het ziekenhuis en sukkelde al langer met zijn gezondheid. Mevrouw Enzlin
kreeg daarom tekenbevoegdheid. Ze parafeerde boekjes en mocht kwijting geven
voor rentebetalingen of aflossingen en dergelijke. De thesaurier had zich in eerste
instantie met het paraferen van de boekjes belast, maar omdat hij niet zo snel
meer was, zorgde dat voor teveel vertraging. Toch verrichtte thesaurier Stols veel
werkzaamheden voor de bank en mede vanwege de zwakke gezondheid van De
Regt bezonnen de commissarissen zich op de toekomst wanneer Stols met pensioen
zou zijn. Men overwoog voor beiden één sterke figuur terug te halen. Vooral com
missaris Doeleman drong aan op het aantrekken van een gekwalificeerde kracht.
Stols kwam met het voorstel de heer Schraver van de AMRO Bank in te schakelen
als parttime beleggingsadviseur. Hij zou de commissarissen bijvoorbeeld op zaterdag
morgen kunnen voorlichten, tegen betaling uiteraard. Dat laatste ging niet door,
maar Schraver zou wel regelmatig bijspringen. Tegelijkertijd werd administrateur
De Regt gevraagd om zich meer in deze materie te verdiepen. Na de pensionering
van thesaurier Stols zou De Regt ook de bestuursvergaderingen moeten notuleren,
want Stols' opvolger als commissaris, zijn zoon J.P.W.C. Stols, had daarvoor geen
tijd. De taak van De Regt werd dus verzwaard, terwijl men eigenlijk twijfelde of de
man het werk aankon. Een en ander was ook een indicatie dat men de taakinhoud
van de administrateur geleidelijk aan wilde verzwaren, ten nadele van de taakin
houd van de thesaurier.14'1 Een professionalisering van het bankbedrijf waar vooral
commissaris Doeleman herhaaldelijk voor gepleit had. Voor De Regt dacht men
wel aan ondersteuning door een jonge adjunct die hem te zijner tijd kon opvolgen.
Hoe de discussie rond de nieuwe taakverdeling tussen bestuur en dagelijkse leiding
van de bank ook zou verlopen, aan het Nutsdepartement wenste men geen ver
antwoording meer af te leggen. Dit valt te herleiden uit de hardnekkige weigering,
zelfs na herhaald verzoek, het departement het jaarverslag toe te sturen. Men
besloot eenvoudigweg niet meer op hun bedes te reageren. Oorzaak hiervan leek
onenigheid rond de verhuizing van de Nutsbibliotheek, die uiteindelijk groten
deels door de bank gefinancierd was. Voor de winst van ruim 50.000 gulden over
1964 hoefde men zich in elk geval tegenover het departement niet te schamen.14'
Steeds meer hypotheken en diensten
De spaargelden werden in de jaren zestig steeds vaker belegd in hypotheken.
Het was een landelijke trend onder de spaarbanken, die zich door de voortdurend
stijgende rentes op de kapitaalmarkt gedwongen zagen de rentevergoedingen aan
spaarders voortdurend naar boven bij te stellen. Daar stond tegenover dat aan de
inkomstenkant veel, vooral oudere, beleggingen in staatsleningen en andere lang
lopende leningen aan bijvoorbeeld de Bank Nederlandse Gemeenten laag rentend
waren. Hierdoor dreigden de (rente)marges voor de spaarbank nogal klein te worden.
Om diezelfde reden verkeerde men ook in een nadelige positie ten opzichte van
de handelsbanken. Zij belegden vooral in rekening-courantkredieten aan het be
drijfsleven, waarbij de stijgende rentekosten snel doorberekend konden worden.
Hypotheekrentes hadden het voordeel dat ze tussentijds aangepast konden worden
aan de marktrente. We zien daarom dat het aandeel van de effecten op het balans-
144. Dat bleek ook na Stols' vertrek toen cle voorheen zo centrale functie van thesaurier voor korte tijd formeel
werd waargenomen door commissaris Iieering, om daarna geruisloos te verdwijnen.
145. F.K. Vos die in 1967 directeur werd. vermoedt dat juist dit winstcijfer de reden was waarom men geen inzage
wilde verlenen, bang als men was voor extra (verhoogde) subsidieaanvragen.
138