totaal van de spaarbanken dat in 1950 landelijk nog 47 procent bedroeg, over een
periode van dertig jaar geleidelijk aan tot de helft terugliep.1*1'' De Nutsspaarbank
Zierikzee reageerde dus positief op de forse hypotheekaanvraag van de
Christelijke Gereformeerde Kerk van Kerkwerve, zomer 1965. Ze vroegen om een
bedrag van 250.000 gulden, af te lossen in 50 jaar tegen een rente van 6 procent.
Alle commissarissen waren het er over eens dat het een goede belegging was, al
ging het om een zeer hoog bedrag. Maar het was 'veilig, gezien de prestaties van
deze categorie van de bevolking'. Bovendien zou men er 'een zeker volksdeel
mee aantrekken, wat voordeel voor onze bank kan voortbrengen'. Waarom men
aarzelde, toen kort daarop, de Rooms Katholieke parochie een hypotheek aan
vroeg voor de bouw van een kleuterschool ten bedrage van ongeveer 31.000 gul
den laat zich raden. Niet dan na een uitvoerige, schriftelijke toelichting durfde
men hierover beslissen.
De commissarissen pakken hier samen een cadeau uit (ter gelegenheid van de heropening van de ver
bouwde bank in 1965?) Van links naar rechts de heren JJ. Stols sr, P. Heering, T.B. van der Straalen
en M. Doeleman.
Aflossing van de wacht op een keerpunt in de geschiedenis
December 1965 kwam in de raad van commissarissen een circulaire binnen van
de Nederlandse Spaarbankbond betreffende girale loon- en salarisbetalingen.
Commissaris Doeleman, directeur van Zeelandia, wilde er graag mee beginnen.
Hij zou dan meteen de week- in maandlonen wijzigen, wat volgens commissaris
Van der Straaten bij het Waterschap al langer gebruik was. Doeleman voorzag
weerstanden bij zijn personeel, bijvoorbeeld tegen het feit dat de administrateur
146. Vgl. W. Eizenga, De ontwikkeling van de spaarbanken na de Tweede Wereldoorlog 1948-1984 (Amsterdam
1985) 20.
139