Rotterdam, had eerder bussen geleverd aan de Spaarbank Rotterdam. De motor was van Opel-Blitz. Kaashoek: 'Het eerste anderhalf jaar reed ik ook nog op Overflakkee voor de Nutsspaarbank in Middelharnis. Ik kwam elke dag op hetzelfde uur in dezelfde plaats, maar volgde uit veiligheidsoverwegingen nooit dezelfde route. De tijden waarop de bus in een dorp of bij een halte stopte, stonden aangegeven op een folder die steeds verspreid werd. Een keer was mij gezegd dat ik gevolgd werd. Een politieagent ging in de bus op de grond liggen, maar er gebeurde niets. Een andere keer werd ik tussen Renesse en Scharendijke achterna gereden door een auto met Duits kenteken. De man bleef me volgen en ik besloot mijn sanitaire stop bij Noordwelle over te slaan en door te rijden naar de eerstvolgende halteplaats. Daar aangekomen stopte de auto naast me, de chauffeur stapte uit tikte op het raampje en vroeg "Können Sie wechseln?" De bus was niet beveiligd. Er zat gewoon glas in. Ik had geen wapen, zoals een knuppel of iets dergelijks, al dacht ik er in het begin wel aan om zoiets te kopen.' In de bank zelf was de kas op het eerste gezicht niet veel beter beveiligd. Marga Timmerman herinnert zich dat het benodigde geld in twee bakken in haar bureau stond. Sommige klanten vonden dat wel gevaarlijk, maar ze antwoordde dan 'Voor jullie is dat veel veiliger, want nu pakken ze ons'. Kaashoek:'De eerste jaren was het maximum bedrag dat mensen konden opnemen 200 gulden. Klanten van een andere bank hoefden zich toen alleen te legitimeren. Later werd dit bedrag verhoogd tot 500 gulden, maar toen had ik inmiddels een mobilofoon, zodat ik kon bellen voor een fiat. Vóór de mobilofoon had ik kort een zogenaamde traxis-installatie. Die stoorde nogal en bovendien kreeg ik regel matig scheepsberichten door, waar ik niets van begreep. Eén keer kreeg ik geen fiat. De betreffende persoon weigerde daarop de cabine te verlaten en toen moest er zelfs de Haamsteedse politie aan te pas komen om de man te verwijderen. Ten aanzien van de eigen klanten ging alles te goeder trouw. Zij hoefden zich niet te legitimeren want ik kende de meestal oudere klanten van naam of gezicht. In de zomer, dat wil zeggen de periode van mei tot eind augustus, vormden toeristen 80 procent van de klandizie. Zij moesten zowel hun bankpasje laten zien als een legitimatiebewijs. In de zomer gebeurde het ook dat toeristen vroegen om de week daarop bijvoorbeeld een paar duizend gulden extra mee te nemen, want dan moest de staanplaats op de camping betaald worden. Het totaalbedrag dat ik De eerste bankbus was een Opel met veel - gewoon - glas aan de zijkanten en zonder airco. 153

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 155