Voor de Zierikzeeënaren was er ook geen enkele reden om te fuseren. De zaken flo
reerden. Vooral de provisie over afgesloten verzekeringen werd een steeds belang
rijker bron van inkomsten. De hypotheekrente was inmiddels verhoogd tot een record
percentage van 9,5 procent, en met ingang van 1 mei van datzelfde jaar '74 zou dat
ook voor reeds afgesloten hypotheekovereenkomsten gaan gelden. Er werd ook een
nieuwe spaarvorm geïntroduceerd van vier jaar vast met een rente van 9 procent per
jaar en ook de rente over de Zilvervlootspaarrekening werd verhoogd van 6 naar 7
procent.171 Nieuw was ook dat men voortaan zonder boete geld mocht opnemen van
een rekening voor zoveel jaar vast bij aankoop van onroerend goed, effecten via de
bank, of bij huwelijk en overlijden van de deelnemer, spaarder. Om de toegenomen
drukte af te kunnen handelen werd er begin 1974 een nieuwe huistelefooninstallatie
door de PTT geïnstalleerd met zeven toestellen en vier netlijnen.
Binnen de Spaarbankbond had men de fusieplannen nog niet opgegeven. In 1974
verscheen het beloofde Profiel- en Stmctuurrapport, waarin vooral aandacht besteed
werd aan de uitbouw van de zogenaamde nevendiensten. Teveel naar de mening
van de Zierikzeeënaren, die zich uitdrukkelijk tegen nieuwe fusieavonturen keerden
en er dan ook hun verwondering over uitspraken dat op een jaarvergadering over
interne structurele problemen, vertegenwoordigers van De Nederlandsche Bank
en Mees Hope aanwezig waren. Nu was de aanwezigheid van de laatste niet
helemaal toevallig, want Mees Hope was voor 45 procent partner in de in 1971
opgerichte Bank der Bondsspaarbanken N.V., een voortzetting van het uit 1958
daterende Coöperatief Beleggingsfonds voor Spaarbanken G.A. De Bank der Bonds
spaarbanken was vooral bedoeld als bemiddelingsinstituut voor korte kredietver
lening van de spaarbanken aan het bedrijfsleven. Zonder dat er cijfers genoemd
werden, wordt duidelijk dat deze bank forse aanloopverliezen kende.172 Men sprak
over het 'zoveelste avontuur van bondsbestuur en directie met een voor spaar
banken fatale afloop'. De Zeeuwse commissarissen wilden liefst de strop in één
keer nemen en opnieuw beginnen met het aloude CBS. Op de jaarvergadering
brachten ze naar voren dat de spaarbanken behoefte hadden aan een clearing/
service instituut en niet aan een whole-salebank met de zeer dure bancaire poot.
Kritiek op de blunders of avonturen van het Bondsbestuur ten spijt, feit was wel
dat het fusieproces van onderop in reactie op de toenemende concurrentie van de
handelsbanken onstuitbare vormen aannam. In I960 had de Spaarbankbond 248
leden. In 1965 waren dat er nog 233, maar vijf jaar later 153 en weer vijf jaar later
in 1975 bleken er nog maar 100 zelfstandige spaarbanken binnen de Spaarbank
bond over. In 1980 was dit aantal verder teruggelopen tot 59.173 De Zierikzeeënaren
dreigden daardoor als laatste der Mohikanen hun zelfstandigheid te willen behou
den. Men zag het nut van een fusie niet in, ook niet toen een paar jaar later de
Zeeuwse Bondsspaarbank over vergaande samenwerking wilde praten. De voor
malige Zeeuwse Nutsspaarbank was wat huiverig geworden door het fusiegeweld
en voelde zich met name door de Deltagroep van samenwerkende Bondsspaar
banken naar de marge gedrongen.174 Vanaf eind 1977, begin 1978, voerde men
regelmatig overleg met Zierikzee, zonder dat het perspectief van de besprekingen
helder over tafel kwam. Tegelijkertijd werd er ook binnen de Deltagroep gepraat
171. Een half jaar later werden de rentes opnieuw met één procent verhoogd.
172. Ook de West Deutsche Landesbank Girozentrale was via een joint-venture bij deze Bank der
Bondsspaarbanken betrokken. Mees&Hope wilde slechts tot 1 juli 1974 in de verliezen bijdragen en ook de
Duitsers zouden zich terugtrekken.
173- Drie jaar later was dit getal zelfs al teruggelopen tot 37. Vgl. Eizenga, a.w., p. 6l.
174. De Zeeuwse Nutsspaarbank was in 1970 ontstaan uit een fusie tussen de Middelburgse en Vlissingse banken
van die naam. Per 29 juli 1977 veranderde men de naam in Zeeuwse Bondsspaarbank.
162