Het stijlvolle afscheid van Vos drukte enigszins de jaarcijfers, want bij de voorlopige vaststelling van de resultaten over 1992 werd opgemerkt dat de kosten van zijn afscheid, de hogere wervingskosten voor het personeel en de propaganda de cijfers negatief beïnvloedden. Er kwamen nog meer kosten aan, want het computernet werk uit 1985 was aan vervanging toe. Er werd een server aangeschaft met acht werkstations en vijf printers voor een bedrag van één ton. De server zou opge steld worden in de beveiligde kluisruimte. Misschien mede vanwege de kosten, maar formeel omdat de verbouwing zo lang geduurd had, waardoor het nieuwtje er af was, ging de geplande open dag niet door. Bij die verbouwing was de beneden verdieping van de voormalige Eenhoorn, inclusief de expositieruimte bij het kantoor getrokken. Een andere reden om een feestelijke heropening uit te stellen was het honderdvijfenzeventigjarig jubileum van de bank, dat het jaar daarop, in 1994, gevierd zou worden. Scherjon zou dit jubileum als voorzitter van de raad van commissarissen niet meer meemaken. Hij verhuisde naar elders en liet de leiding van de bank achter in handen van de heer J.M. Doeleman. In zijn laatste vergade ring als voorzitter liet Scherjon zich tegenover de externe accountant ontvallen, dat 'de zelfstandigheid van de bank, hoewel geen doel op zich, voorlopig niet ter discussie staat', onder andere door het grote eigen vermogen. Zo was er over 1992 ondanks de gestegen kosten toch nog een nettowinst geboekt van 540.000 gulden en het balanstotaal was toegenomen tot ruim 96 miljoen gulden. Maar volgens Scherjon was de belangrijkste grond voor zelfstandigheid het feit dat de bank 'zijn statutaire en maatschappelijke functie op dit moment het beste kan vervullen als zelfstandige bank'. Het klonk bijna bezwerend, alsof hij voorvoelde dat de nieuwe directie iets genuanceerder over deze materie dacht. Knopen doorhakken De eerste indruk die Lea Sterenborg-Pinxt kreeg toen zij in juni 1992 met een onbevangen blik de bank binnenstapte, was die van een besloten gemeenschap met hardwerkende mensen die niemand nodig hadden. 'De Nuts was voor mij toch nog een echte spaarbank, een beetje afgesloten van de maatschappelijke werkelijkheid. Met name op het terrein van de zakelijke dienstverlening gebeurde er niet veel.' Daarom werd De Nederlandsche Bank om toestemming gevraagd deze branche activiteit uit te breiden. Ook de interne organisatie werd gemoderniseerd. Elke functie moest voortaan door twee mensen vervuld kunnen worden, zodat wanneer iemand uitviel zijn werk op hoofdlijnen overgenomen kon worden door anderen. Er werden ook functioneringsgesprekken ingevoerd. Voorheen werd het salaris aangepast zonder dat de functie gerelateerd was aan een functieschaal. Voor overwerk kwamen striktere regels, met de bedoeling dit zoveel mogelijk te voor komen. Mevrouw Sterenborg zelf sloot vanaf het begin de deur om kwart over vijf. Toch keken oudere werknemers met plezier terug op de tijd toen ze regelmatig overwerkten, bijvoorbeeld om kasverschillen uit te zoeken. Iedereen hielp mee, ook wanneer het werk iemand letterlijk boven het hoofd groeide door stapels nog te verwerken dossiers. Men kende elkaar al jaren en er was een sterke collegialiteit. Dat overwerk werd niet betaald, maar directeur Vos deed ook niet moeilijk wanneer men eens eerder naar huis wilde of een middag vrij. Anno jaren negentig kreeg men alle overuren uitbetaald, maar niet iedereen bleek nog bereid voor willekeurig elke collega bij te springen, althans niet spontaan. Vos was volgens zijn voormalige ondergeschikten het prototype van de patriarch. Hij paarde een natuurlijk gezag aan het vermogen ongedwongen met zijn mensen om te gaan. Even bijpraten ter- 175

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 177