Bedoelde nota getiteld: Zakelijke Dienstverleningconstateerde dat het midden- en kleinbedrijf bloeide dankzij de sterke groei van het toerisme. De verwachting was bovendien dat infrastructurele verbeteringen de kans vergrootten dat nieuwe bedrij ven zich vanuit de duurdere regio's in de nabije provincies op de eilanden zouden vestigen. De plaatselijke middenstand, de lichte industrie, agrarische bedrijven en non-profit organisaties, zoals woningbouwverenigingen en bejaardenzorg, vormden de belangrijkste doelgroep voor de zakelijke kredietverstrekking. Ten aanzien van deze kredietverlening beperkte de Nutsspaarbank zich uitdrukkelijk tot het werkge bied Schouwen-Duiveland. Dat hield in dat men op een slechts licht expanderende markt de concurrentiepositie wilde versterken ten koste van de collega-bankiers in de regio. De belangrijkste - deels nieuwe - zakelijke producten die men daarbij in de strijd kon werpen waren rekening courantfaciliteiten, hypothecaire leningen, middel lange leningen en verzekeringen. Kennelijk omdat de nieuwe doelgroep een tot dan toe onbekende sociale categorie was voor de bank, werd er ten aanzien van de voor waarden tot zakelijke kredietverlening een uitgebreid protocol opgesteld. De mede werkers van de bank werden geattendeerd op aandachtspunten als de (morele) onbesprokenheid van de bedrijfsleiding van de nieuwe klant en de behandeling van de milieuproblematiek. De commercieel directeur zou de betrokken bedrijven regel matig bezoeken en daarvan schriftelijk verslag doen. Hierbij speelde een rol dat men aanvankelijk extra kritisch moest zijn naar nieuwe klanten omdat zich in het begin veel afvallers van elders meldden. Voor zakelijke kredietaanvragen werd een kre dietcomité opgezet met de commercieel- en de financieel directeur, kredietadviseur Karin Peute en commissaris J.C. Schoneman, die tevens fungeerde als voorzitter. Op de achtergrond was er de controle van De Nederlandsche Bank op elk krediet van 5000 gulden en hoger. Natuurlijk zou men er als vanouds voor zorgen dat elk groot krediet werd afgedekt, bijvoorbeeld door onroerend goed. Bovendien stelde men de kredietnemers persoonlijk aansprakelijk. Incidenteel werden hele grote kredieten samen met de Bank der Bondsspaarbanken gefinancierd. In 1993 kreeg de Nutsspaarbank het groene licht van De Nederlandsche Bank om de zakelijke kredietverlening uit te bouwen. De commercieel directeur zocht poten tiële klanten binnen de ondernemerskring op Schouwen-Duiveland183, ging naar recepties en publieke manifestaties en stimuleerde ook haar medewerkers om meer in besturen van non-profit organisaties en dergelijke zitting te nemen. De viering van het honderdvijfenzeventigjarig bestaan was een welkome gelegenheid om de bank nieuwe stijl voor liet voetlicht te brengen. Via een op ruime schaal ver spreid fullcolour magazine werden de activiteiten van de bank en het drie weken durend feestprogramma toegelicht. Het was duidelijk dat er niet op een paar centen gekeken was. Het uitgebreide feestprogramma met atletiekwedstrijden, kinderpro gramma en optredens van alle muziekkorpsen van Schouwen-Duiveland deed in niets meer herinneren aan de vroegere zuinigheid, die paste bij het imago van bank voor de kleine man. Hoogtepunt van de feestelijkheden vormde het presti gieuze muzikale programma in de Zierikzeese Nieuwe Kerk. Op zaterdagavond 21 mei 1994 traden Jaap van Zweden, The Resurrection Singers, Berdien Stenberg en het Mozart Kwartet op voor vijfhonderd gasten. Onophoudelijk werd tijdens de feestweken via magazine en pers de boodschap herhaald, dat de Nutsspaarbank, de laatste zelfstandige bank die onder die naam opereerde18", geëvolueerd was van 183- In 1993 kreeg men toestemming om kredieten te verstrekken in rekening-courant zonder hypothecaire zekerheid. Ook ongedekte kredieten werden nu mogelijk. Men mocht en kon dus voortaan meer risico's lopen bij de financiële ondersteuning van bedrijven, vergeleken met de beperkte bevoegdheden sinds 1990. '184. In Appingedam en Katwijk bevonden zich de andere twee zelfstandige spaarbanken, 177

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 179