spoedig bleek dat we ook in deze combinatie een soort filiaal zouden worden.'185
De Bank voor Zeeland was aanvankelijk de eerste keus van de Raad van commis
sarissen en de directie volgde hen daarin zoals blijkt uit een 'strikt vertrouwelijk'
rapport, De toekomst van de Nutsspaarbank, dat mei 1997 aan de Raad van
Commissarissen werd overhandigd. In deze nota werden alle argumenten voor
een snelle fusie op een rij gezet. Op dat moment bestonden er nog maar drie zelf
standige spaarbanken in Nederland, waaronder de Zierikzeese. De directie refe
reerde aan een gemeenschappelijke vergadering met de commissarissen, september
1996 in Wenen waarin de laatste zich hadden uitgesproken over de wenselijk
heid van handhaving van de zelfstandigheid al mocht het nooit een doel op zich
vormen. De directie meende echter dat de ontwikkelingen op het terrein van de
automatisering nu zo snel verliepen dat zelfstandige implementatie op termijn te
hoge kosten met zich mee dreigde te brengen. Door de technische vooruitgang
breidden de taken van het management fors uit. Specialistische kennis op het
gebied van public relations, productontwikkeling en -diversificatie, productafname
van derden, techniek en automatisering zouden duur moeten worden ingekocht.
Ondanks alle aanzetten om zich nadrukkelijker op de zakelijke markt te begeven,
kampte men nog steeds met een 'imagoprobleem'. Vooral bedrijven zagen de
'spaarbank' nog steeds niet als een bank waar alle bankzaken geregeld konden
worden. In feite was men al niet onafhankelijk meer. De automatisering, de ruggen
graat van elk modern bankbedrijf, was gekoppeld aan het systeem van de VSB
Bank, waardoor het risico toenam dat de VSB Bank op termijn meer invloed op
de Nutsspaarbank kreeg dan wenselijk was en men gedwongen werd voor
samenwerking met hen te kiezen.186 Weliswaar voldeed De Nutsspaarbank op dat
moment ruimschoots aan alle eisen die De Nederlandsche Bank aan een onafhan
kelijke bank stelde, maar hoe zouden die eisen er in de toekomst uitzien? Men zat
ook met een ruimteprobleem, toename van activiteiten vereiste meer ruimte en
die was er nauwelijks. Maar ook inhoudelijk waren de doorgroeimogelijkheden
van de medewerkers beperkt. Door de vrij platte organisatiestructuur was het aan
trekken van gekwalificeerd personeel een moeizame aangelegenheid.
De raad van commissarissen onderschreef de conclusie dat onafhankelijkheid of
zelfstandigheid geen doel op zichzelf kon zijn, maar wel de continuïteit, die moest
gewaarborgd blijven. Nadat de directie oriënterende gesprekken had gevoerd met
de Bank voor Zeeland, voegde zich een delegatie uit de raad van commissarissen
bij hen om in conclaaf te gaan, eerst met de directie en de voorzitter van de raad van
toezicht van de Coöperatieve Rabobank "Schouwen-Zierikzee" U.A.1"7, vervolgens
met leden van de hoofddirectie van de SNS Bank Nederland N.V. De raad van
commissarissen was als enig orgaan statutair tot overnameonderhandelingen
bevoegd en zij delegeerde deze bevoegdheid aan de commissarissen J.C. Schoneman
AA en mr. W.H. Klaassen, die zo nodig de directie raadpleegden.
Klaassen herinnert zich nog levendig de steeds weer terugkerende discussies over de
toekomst van de spaarbank tijdens de gecombineerde vergaderingen van directie en
commissarissen.
'De wens zelfstandig te blijven leefde zowel bij de raad van commissarissen als bij
de directie. Al had ieder zijn eigen motieven. Voor de commissarissen speelden
nostalgische argumenten een rol, zoals het perspectief van de historie van de
185. Inmiddels is de Bank voor Zeeland opgeheven door volledig op te gaan in Fortis.
186. Ten aanzien van de automatisering was met de VSB een contract afgesloten met een vaste prijs tot 1 januari
2001. De opzegtermijn voor de VSB was vijf jaar, voor de Nutsspaarbank 1 jaar. Mocht de VSB het contract
opzeggen en kon men niet terecht bij de SNS, dan zat de Nutsspaarbank in de problemen.
187. U.A. staat voor Uitgesloten Aansprakelijkheid.
180