De spaarbank werd bestuurd door negen commissarissen, gekozen uit leden van het Zierikzeese departement van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Eerste president van de raad van commissarissen was J.M. Moens. H.A. van IJsselsteijn was secretaris, C.A. Cau thesaurier, J. Verveen boekhouder en M.C. de Crane, I. van Adrichem, K.W. de Jonge, S. van der Weijde en C. van Wijnmalen vormden de overige leden van het bestuur. Van hen ontving alleen de boekhouder een kleine vergoeding voor zijn werkzaamheden. De commissarissen liepen zelfs het risico dat de bestuurlijke beslommeringen hun geld kostten, want voor te laat komen op de vergadering stond een boete van tien cent en voor zonder opgave van reden wegblijven zevenentwintig- eneenhalve cent. De boetes werden één keer per jaar afgerekend en in de kas van de spaarbank gestort. Het bestuur van het departement van 't Nut controleerde jaar lijks de boeken en bracht daarvan verslag uit aan de leden. Zij zou ook bemiddelen bij eventuele conflicten tussen rekeninghouders en commissarissen. De commissaris sen moesten tenslotte een gelofte van strikte geheimhouding afleggen. d jm M.C. de Crane (1783-1865), een van de eerste 9 commissarissen van de Nntsspaarbank Zierikzee. Het eerste boekjaar was nog maar net afgesloten toen het gemeentebestuur belang stellend infonneerde naar de stand van zaken. Uit het antwoord van de commis sarissen blijkt dat er 28 deelnemers waren met een totale inleg van 6486,95 gulden waarover 4 procent rente werd vergoed. De administratiekosten bedroegen over het eerste jaar 40 gulden inclusief 26 gulden loon voor Johan Wilson, de bode. Zoals elders bleken ook in Zierikzee verreweg de meeste inleggers de meer gegoeden uit de samenleving te zijn. De commissarissen besloten daarom op voorstel van hun president de volgende advertentie in de Zierikzeesche Courant te plaatsen. 'Commissarissen der spaarbank, binnen deze stad tot haar leedwezen bespeurd hebbende dat hoewel reeds aanzienlijke sommen in de Spaarbank zijn ingelegd, deze inrigting echter tot heden niet genoegzaam beantwoord aan het eigenlijk oogmerk om door het inbewaring nemen en van tijd tot tijd met eene matige rente vermeerderen van kleinigheden of kleme sommen gelds, die spaarzaamheid bij werklieden, dienstboden of andere klassen van den middenstand op te wekken of te bevorderen (als zijnde door weinige van deze daarvan tot heden geen gebruik gemaakt) heeft vermeend alsnog de zoodanige binnen stad en eiland bij deze te moeten herinneren aan de uitnoodiging en opivekking door hun ten voorleden jare bij de opening der Spaarbank gedaan, en als nog in het bijzonder de boven bedoeldepersoonen ten hunnen eigen nutte aan te moedigen en uittenoodigen om iets over te leggen en te sparen 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 24