jaarverslag. De reden van deze plotselinge publicatie- of moeten we zeggen mani festatiedrift kan gelegen zijn in het feit dat De Nederlandsche Bank vanaf 1864 steeds meer filialen in de provincie opende die zich vooral met kredietverlening bezig hielden. Vanaf 1870 kwamen hier nog eens een groot aantal nieuwe bankin stellingen bij, zoals de Amsterdamsche Bank. Spectaculaire economische ontwikke lingen in de nieuwe Duitse eenheidsstaat waren grotendeels verantwoordelijk voor de in ons land krachtig oplevende geld- en kapitaalmarkt. Ook in Zierikzee werd in 1869 een nieuwe bank opgericht, onder de naam R. Koole Zoon." Een direct verband valt natuurlijk niet te bewijzen, maar ook de commissarissen van de Nutsspaarbank besloten een verslag op te stellen over de (bloei) jaren 1844-1871. De secretaris en de boekhouder werden opgedragen hiervoor zorg te dragen.2" In 1874 verzocht de gemeente Noordgouwe om een lening van 8000 gulden voor de bouw van een nieuwe school. Men besloot hiervoor Nationale schuldbrieven te verkopen met een renteopbrengst van 4 procent. De gemeente Noordgouwe moest 5 procent rente betalen en jaarlijks 500 gulden aflossen. Eind 1873 reageerde het departement Zierikzee positief op een verzoek van het departement Westelijk Schouwen om in Renesse een agentschap van de bank te openen, maar de com missarissen van de bank zagen niets in dit idee.29 De uitvoering van het plan dat het departement, geïnstigeerd door het hoofdbestuur, door een commissie had laten opstellen, vonden ze veel te omslachtig en te duur. Na ampel beraad kwam men unaniem tot de conclusie dat zo'n agentschap een hachelijke zaak was omdat één agent alle zaken moest beheren, 'terwijl de bemoeyingen in geen verhouding schijnen te staan tot het weinig beduidende des te wachten voordeelige gevolgen.' Men liet het departement van Westelijk Schouwen weten dat men beter zelf een agentschap of een bijbank in Renesse kon oprichten. De binnenkomende gelden kon men tegen een vaste rente van 4 procent bij de Zierikzeese bank deponeren. Het leek geen aantrekkelijk voorstel, omdat men zo nooit zou kunnen concurreren met de rentetarieven van Zierikzee. Misschien onderschatten we de idealistische motieven van de initiatiefnemers, al kan meegespeeld hebben dat men de expansie van de hiervoor genoemde landelijke banken op het eiland voor wilde zijn. In elk geval zullen ze bij de wassende geldstroom in de jaren zestig en zeventig kans gezien hebben om winst te maken, al was het maar door lagere rentes te ver strekken. Het Zierikzeese departement sloot zich achteraf bij genoemde aanbeveling aan en lichtte het departement van Westelijk Schouwen in, In de notulen van de bank van juli 1877 wordt een verzoek van het departement Brouwershaven inge willigd om net als Westelijk Schouwen 'toegelaten te worden tot het deponeren van gelden tegen 4 procent'. Hieruit moeten we concluderen dat er in elk geval sinds die tijd twee bijbanken op Schouwen-Duiveland hebben bestaan. Een jaar na het Schouwse verzoek vroeg de Zierikzeese moederbank aan landeigenaren in Noordwelle 5 procent rente voor een hypotheek van 5000 gulden. Met dat geld kochten de landbezitters de zogenaamde 'tienden' van hun gemeente af. Net als die andere hypotheken een bewijs voor de aantrekkende economie en de toe nemende welvaart. Ook de armbesturen van Haamstede en Westenschouwen 27. De bank veranderde in 1926 haar naam in R. Koole Co's Bank, enige jaren later wordt de naam R. Koole &Zoon's Bank weer gevoerd en onder die naam werd men in 1957 overgenomen door de Twentsche Bank, die op haar beurt in 1964 samenging met de Nederlandsche Handel-Maatschappij in de Algemene Bank Nederland (ABN). 28 Ik heb het verslag in de desbetreffende archieven niet terug kunnen vinden. 29. Het departement (Westelijk) Schouwen was opgericht in 1805. ging in 1811 ter ziele, en werd heropgericht in 1821. Dit heropgerichte departement was gevestigd te Brouwershaven en wijzigde omstreeks 1890 haar naam in departement Brouwershaven'. In 1936 werd het departement Haamstede en Burgh opgericht. 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 37