krenterig, maar feit is dat men de vereniging al financieel ondersteunde. Bovendien
ontving de bank zelf ook niet veel meer dan 4 of 4,5 procent rente zoals blijkt uit
de forse inschrijving in 1891 van 40.000 gulden op een 3,5 procent lening van de
provincie Zeeland tegen een koers van 99 procent. Voor de financiering hiervan
verkocht men de nog steeds in bezit zijnde pandbrieven van de hypotheek
banken. De jaarlijkse resultaten adverteerde men sinds enige tijd niet alleen in de
Zierikzeesche Nieuwsbode maar ook in de Middelburgsche Courant.
In de vergadering van oktober 1892 deelde thesaurier Heijse mee dat hij bij de
firma Vogel in Middelburg een brandkast wilde bestellen a raison van 280 gulden.
Dit voorstel werd door de commissarissen met instemming begroet. Het zou Heijses
laatste daad worden voor de bank, want vervolgens werd commissaris mr. Johan
Pieter Cau gevraagd hem op te volgen als thesaurier.38
Mr. Cau, president van de arrondissementsrechtbank in Zierikzee, was pas onlangs
tot commissaris benoemd, nadat hij al in 1888 op de voordracht had gestaan.
Althans hij was toen de tweede kandidaat achter zittend commissaris J. van der Vliet,
die normaliter herkozen zou zijn, als hij niet plotseling was overleden. In plaats
van de tweede kandidaat te benoemen, werd er een nieuwe voordracht opge
steld. De naam Cau ontbrak. Beidde Cau zijn tijd, of was de weerstand tegen deze
markante persoonlijkheid in de raad van commissarissen nog te groot?39 Uiteinde
lijk kwam hij door het gelijktijdig vertrek van verschillende commissarissen in
september 1891 alsnog in de raad. Ik vermeld deze geschiedenis omdat mr. J.P. Cau
- zijn vader was burgemeester van Zierikzee - de komende decennia een centrale
rol zou gaan spelen, binnen de bank maar ook in het departement.
Mr. Johan Pieter Cau
Cau aanvaardde zijn benoeming onder voorwaarde dat een 'commissie van bijstand'
hem terzijde zou staan. Hoopte Cau, door zijn macht ogenschijnlijk te delen, de
weerstand tegen zijn benoeming te verminderen, of betrof het juist een ordinaire
machtsgreep door het instellen van een soort dagelijks bestuur? Cau's geest
verwant dr. H.M. de Bruyn de Neve Moll en jhr. A.C. Röell, partijgenoot van boek
houder Franse en de vertrekkende thesaurie Heijse, boden hun diensten aan als
lid van de bijstandscommissie en kregen ieder één sleutel van de brandkast, die
voorlopig in het huis van de thesaurier werd geplaatst. Toen J. Franse spoedig
daarna ontslag nam als boekhouder10, besloot men de benoeming van een opvolger
even uit te stellen in verband met een door Cau aangekondigde reglementswijziging.
De nieuwe boekhouder moest niet alleen van buiten de raad van commissarissen
komen, hij zou ook geen lid mogen zijn van het departementsbestuur.11 Cau wenste
tevens dat bij inleg en opname van spaargelden voortaan twee commissarissen
aanwezig zouden zijn. Hiervoor was het noodzakelijk het aantal commissarissen
38. J.P. Cau was een kleinzoon van C.A. Cau, de eerste thesaurier van de bank tussen 1819 en 1855.
39- Waarschijnlijk het laatste want uit een latere discussie in de raad blijkt dat de kandidaten, zeker de tweede,
ook wel de stoplap genoemd, van hun kandidatuur niet op de hoogte werden gesteld.
40. Het terugtreden van Franse als boekhouder zal allereerst te maken hebben gehad met een aantal ingrijpen
de veranderingen in zijn leven. 4 Januari 1892 stierf zijn vrouw Charlotte Janssen, op 22 maart 1892 werd hij
gekozen als gemeenteraadslid voor de Liberale Kiesvereniging en in augustus van hetzelfde jaar werd hij
beëdigd als notaris in Zierikzee. Zijn terugkeer in de loop van '92 als commissaris moet daarom misschien
gezien worden als een bevestiging van zijn nieuwe sociale status. Anderzijds had Franse in zijn dagelijkse
beroepspraktijk als gerechtsdeurwaarder regelmatig te maken met Cau, in diens hoedanigheid van president
van de arrondissementsrechtbank. Dus een en ander zal zeker in goed overleg met Cau zijn gegaan.
41. Door deze functiescheiding kon Franse als commissaris terugkomen zonder dat er iemand plaats voor hem
hoefde te maken of dat hij zelf z'n oude stiel van boekhouder weer op moest pakken
42