Thesaurier Cau woonde in het huis linies van het Vrijpoortje. De kluis van de bank stond bij hem thuis. besluiten de bank op te heffen, verviel het geld aan hen, maar zo'n besluit kon alleen genomen worden door een drievierde meerderheid van stemmen. Uit het feit dat niemand hierover vragen stelde of een opmerking had, mag men op maken dat bij iedereen de gedachte aan een formeel-juridische machtsstrijd door het hoofd speelde. Voor De Bmyne was de maat vol. Enige weken later nam hij ontslag als commissaris. In 1895 lieten de boeken een totaal aan baten zien van bijna 750.000 gulden, een reservepot van 88.000 gulden en ruim 2900 inleggers. Het werd daarom tijd een assistent-klerk van de boekhouder aan te stellen. Gerrit Jan Lunenburg, een jonge man van negentien jaar, werd de eerste employee. Ook de bode zou eindelijk eens profiteren van de voorspoedige gang van zaken. Jacob Landman kreeg op voor spraak van Cau de gevraagde loonsverhoging van 25 gulden, een verdubbeling van zijn oude jaarwedde. Dr. Moll die klaarblijkelijk de taak op zich genomen had om de landelijke ontwikkelingen binnen de Maatschappij nauwlettend te volgen, wist tijdens de meivergadering van 1896 te vertellen dat de commissarissen van de bank in Amersfoort collectief ontslag hadden genomen omdat het departement daar mensen in de raad van commissarissen had benoemd, die niet op de voor dracht van de bank hadden gestaan. Cau haakte hier onmiddellijk op in door voor het eerst openlijk over de toegenomen spanningen tussen departement en bank te beginnen. Het was voor hem een uitgemaakte zaak dat 'de oorzaak van de strijd ligt in de begeerte van het Departement naar het geld der Spaarbank'. Inmiddels had hij kennelijk wel begrepen dat als het er echt op aankwam, hij de graaiende handen van het departement moeilijk buiten de deur kon houden. Cau kwam daarom met het strategische voorstel om, ondanks principiële bezwaren, met het departement een regeling te treffen waarbij aan hen jaarlijks een deel van de winst werd afgestaan. Cau beloofde zijn medecommissarissen hierover een notitie op te 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 50