M.J. Schuurbeque Boeije de aftredende president van de raad van commissarissen, links op de foto, was
tevens wethouder Commissaris H. C. Moolenburgh, in het midden, was burgemeester van Zienkzee van
1908 tot 1910.
bezwaar53, maar pleitte ervoor om naast Bal en de nieuwe bank een deel van de
effectenhandel aan R. Koole en Zn. te gunnen, eveneens een lokale firma.5' Cau
ging hiermee akkoord en stelde voor de aandelenpoitefeuille als volgt te verde
len: Bal bleef de pandbrieven onder zijn hoede houden, Koole en Zn. de staats
obligaties en de Bank voor Schouwen en Duiveland de overige effecten. Een en
ander betekende dat elk van de drie voor ongeveer 150.000 gulden in portefeuil
le kreeg. De commissarissen gingen unaniem akkoord met dit voorstel, inclusief de
bepaling dat ze voortaan net als Bal provisie kregen voor het inwisselen van de
coupons en voor de aan- en verkoop van effecten door de Bank voor Schouwen
en Duiveland, zonder aanspraak te maken op verdere onkostenvergoeding. Voor
het eerst in de geschiedenis van de bank dreigden de commissarissen, onder het
excuus van concurrentiebestrijding, verzeild te raken in een web van belangenver
strengelingen. Het is duidelijk dat Cau Rensen onmiddellijk de pas af wilde snij
den. Minder duidelijk wordt of hij, bedacht op dit soort ontwikkelingen, de moge
lijkheid van de oprichting van een eigen naamloze vennootschap altijd achter de
hand had gehouden of dat hij door Rensens onverwachte (tegen?)zet gedwongen
werd zijn al langer bestaande plannen versneld uit te voeren. Vanuit het departe
ment bestond er in elk geval weinig sympathie voor Cau's initiatief, zoals ook
hierna blijken zal. Uiteindelijk liet Cau, om elk misverstand uit te sluiten, alsnog
via de Nieuwsbode van 30 maart 1901 weten dat WJ. Rensen vanaf 15 november
1900 'in generlei betrekking meer stond van de Nutsspaarbank'. Van het vrij-
53- Franse was in elk geval als notaris bij de oprichting betrokken, want hij passeerde de akte.
54. Uit andere stukken blijkt dat de procuratiehouder van deze bank A.C van der Vliet (feestuurs), lid was van het
plaatselijk departement. Dezelfde Van der Vliet zou Cau de voet nog dwars zetten, zie hierna.
59