feest zuinig en matig. Onthoudt u van elke verkwisting, Terugbetalingen kunnen uitsluitend bij het bestuur der Spaarbank worden aangevraagd; minder dan 1,wordt niet terugbetaald. Alleen aan de rechtmatige houders van spaarschriften worden gelden terugbetaald. Noch de onderwijzer, noch de Spaarbank zijn aansprakelijk voor spaar schriften, die verloren of in het ongereede geraakt zijn. Wenken voor jeugdige spaarders. Plakt uwe zegels onmiddellijk in het spaarschrift en doet dit steeds zelf. Bewaart uw spaarschrift goed en zindelijk of geeft liet in bewaring aan uwe ouders, als ge daartoe zelf niet in de gelegenheid zijt. Vertoont het spaarschrift geregeld aan uwe ouders, wanneer ge er één of meer zegels hebt ingeplakt. Na overleg tussen alle schoolhoofden en thesaurier Cau werd besloten september 1910 met schoolsparen te beginnen. Los van het departement Tijdens de departementsvergadering van 6 juli 1910 waarop het reilen en zeilen van de bank uitvoerig ter sprake kwam, wees een felle W. C. de Crane de vergadering op de 'portee' van een aantal voorstellen van de raad van commissarissen, zoals het zelfstandig willen beschikken over de besteding der winsten. Volgens hem was de spaarbank bezig zich 'steeds losser te maken van het Nut'. Alsof ze op een idee gebracht waren, kwamen de commissarissen hier in de raadsvergadering van 27 juli 1910 op terug met de opmerking dat ze een en ander graag in overweging namen. En even voor het sluiten van de bijeenkomst werd Cau bijna achteloos gevraagd, of hij misschien met twee andere commissarissen eens wilde onderzoeken op welke manier men zich eventueel van het departement zou kunnen losmaken. Een half jaar later brachten ze rapport uit. Bij nader inzien leek een afscheiding van het departement om diverse redenen ongewenst. Allereerst zou elke vorm van toezicht op de bank komen te vervallen, wat men voor een college dat zichzelf via coöptatie aanvulde niet zonder gevaar achtte, ondanks de aantekening dat het bestuur van het departement niet altijd 'uit zeer verantwoordelijke of even ernstige elementen bestaat'. Daar stond tegenover dat het hoofdbestuur van de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen zich aan het bezinnen was op een onderlinge aaneensluiting van de banken en algemeen geldende voorschriften. Op de langere termijn leek men dus het tij inzake grotere zelfstandigheid mee te hebben en mede daarom zal men niets hebben willen forceren. Daar kwam bij dat de com missie bang was dat een afsplitsing afgekocht zou moeten worden met duizenden guldens. Naar verluidt had de Rotterdamse spaarbank zelfs 'een ton gouds' aan het departement moeten betalen. Het leek daarom verstandiger de spaarbank onder te brengen in een stichting. Men verkreeg daarmee een degelijker juridische grondslag, hoe dan ook noodzakelijk vanwege de belangrijke financiële positie 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 68