kreeg vooralsnog zijn collegae in de raad niet mee. Zonder een besluit te nemen of tot een stemming te komen ging men over tot het volgende agendapunt. Cau kwam hier vanzelfsprekend op terug en een half jaar later meldde hij de commis sarissen dat er een stuk grond te koop was aan de Kacleweg van zeven gemeten a raison van 1300 gulden per gemet, dat is 4169 m2. Wanneer men de grond, uitermate geschikt voor tuinbouw, zou verhuren tegen 25 cent per roede, dan zou de spaarbank de koopprijs aan het inmiddels opgerichte Comité tot Tuingrond verhuring kunnen geven tegen een rente van 4 procent. De commissarissen brachten allerlei bezwaren naar voren: de grond was te duur, oneerlijke concurrentie voor de boeren, financiële risico's bij waardevermindering van de grond, maar uiteinde lijk stelde men toch 7000 gulden beschikbaar, ongeveer driekwart van de grond prijs. De rest werd aangevuld met particulier kapitaal. Het land werd verdeeld in dertien stukken, waarvoor zich meerdere gegadigden meldden, zodat men er in 1912 nog eens 64,80 aren bouwland bijkocht, om zes overgeschoten kandidaten te helpen. Later zouden de arealen verkleind worden om nog meer mensen tevreden te kunnen stellen en omdat de eerste pachters op beperkte schaal met hun tuin- producten de vrije markt op waren gegaan, wat niet de bedoeling was. De tuingrondverhuring, een initiatief van cle Nutsspaarbank, werd een succes. 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 72