Een eeuw oud
Op 10 mei 1919 zou de bank één eeuw bestaan. Commissaris dr. Goemans die al
eerder blijk gaf een zeer sober mens te zijn, liet deze dag liefst stilzwijgend voorbij
gaan. Maar daar waren anderen het niet mee eens. Middelburg en Vlissingen had
den kortgeleden bij hun honderdjarig bestaan een jubileumboek uitgegeven en
een receptie gehouden met aansluitend diner. Het personeel was bedacht met een
geschenk onder couvert. De voorzitter vond een gedenkboek te kostbaar en stelde
voor om aan ieder kind dat op Schouwen-Duiveland in dit jubileumjaar geboren
werd een spaarbankboekje te geven met 2,50 gulden. Het aantal geboortes op het
eiland werd geschat op vijfhonderd per jaar, zodat de kosten te overzien waren.
De secretaris zou aan de ambtenaren van de burgerlijke stand vragen maandelijks
de namen van de jonggeborenen door te geven, waarna aan de ouders het boekje
kon worden uitgereikt. Dit boekje zou voorzien worden van een 'bijzonder etiquet
of stempel', waarvoor de heer Veersema, leraar aan de Rijks Hogere Burgerschool,
in Zierikzee een ontwerp mocht maken. Het boekje was pas na vijf jaar aflosbaar,
zodat het precies op het schoolsparen kon aansluiten. De thesaurier kwam met
het idee een lijst te maken van alle bestuursleden die de bank de afgelopen eeuw
gediend hadden. De boekhouder werd vanwege zijn mooie handschrift en omdat
hij alle gegevens had, verzocht deze lijst op te stellen die in het zittingslokaal zou
worden opgehangen. Een geschenk onder couvert voor de boekhouder en de
bode vond men ietwat overdreven. De boekhouder had net salarisverhoging
gehad en de bode was kortgeleden bedacht ter gelegenheid van zijn jubileum.
Bakker wist er toch nog een klein souvenir voor hen uit te slepen. Het valt op dat
de zakelijke Bakker die zijn voorganger Cau vroeger verweten had de belangen
van de bank uit het oog te verliezen door het onbezonnen geven van subsidies en
dergelijke, nu zelf steeds meer oog kreeg voor de sociale kant van zijn werk.
Zoals Cau voor hem, moest hij vaak opboksen tegen een sceptische en zuinige
meerderheid. Dat hij net als Cau uiteindelijk bijna altijd zijn zin kreeg, zegt veel
over de centrale en dus machtige positie die de thesaurier in het dagelijks leven
van de bank innam. Diezelfde centrale positie was er waarschijnlijk ook verant
woordelijk voor dat hij meer oog kreeg voor de behoeften van het personeel en
in het verlengde daarvan de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de bank.
Een voorstel dat wel enthousiast ontvangen werd, was het idee om alle Zierikzeese
kinderen te trakteren. Het uitreiken van de boekjes aan de jonggeborenen zou
zonder uiterlijk vertoon plaatsvinden, maar een traktatie leverde 'reclame' op voor
de instelling, want, men hoefde er niet omheen te draaien, daar ging het toch ook
om bij een herdenking van het honderdjarig bestaan. Veersema ontwierp een jubi
leumboekje met een motief van sparende bijen (is dat bekende bijenmotief van
hem afkomstig?). Joh. Enschedé en Zn. in Haarlem drukten de boekjes. Er kwamen
ook etiketten met hetzelfde embleem en de tekst: Jubileumboekje ter herdenking
aan het honderdjarig bestaan der Nutsspaarbank te Zierikzee', die op alle bestaande
boekjes geplakt konden worden. De boekhouder leek wat recalcitrant te worden
van de jubileumvoorbereidingen. Al eerder had men opgemerkt dat hij nogal slordig
was. Onlangs nog had hij tot 1 mei uitstel gevraagd om de balans op te maken
omdat hij aan 'schrijfkramp leed' en er 'gasgebrek' was. En vlak voor de viering
van het honderdjarig bestaan hing hij 'als afschrikwekkend voorbeeld' de naamlijst
van de diakenen van de Hervormde Kerk - Verhage was ook boekhouder van de
Diaconie - in zijn kantoor, aldus het raadsverslag. Daarmee de lijst van commis
sarissen ironiserend, die hij zou kalligraferen. Het is toch opmerkelijk hoe vaak er
in de honderdjarige geschiedenis van de bank sprake was van een problematische
83